Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Fietsverkoper aansprakelijk door tekortschieten in verstrekking van productveiligheidsinformatie.
Koper van racefiets stelt fietsverkoper aansprakelijk voor ongeval dat is ontstaan door een losgeschoten voorwiel. Als gevolg van het ongeval heeft de koper onder andere een hoge dwarslaesie opgelopen. De kantonrechter oordeelt dat de fietsverkoper het Besluit van de Europese Commissie van 29 november 2011, inzake de veiligheidseisen waaraan Europese normen voor fietsen moeten voldoen, niet heeft nageleefd, bestaande uit de verplichting tot verstrekking van productveiligheidsinformatie en het wijzen op mogelijke gevaren en op voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van ongevallen. Nu de informatie de koper ten onrechte niet heeft bereikt, komt de kantonrechter tot het oordeel dat de fietsverkoper aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. Verwijzing naar schadestaatprocedure (PS 2024-0103).
Winkeleigenaar aansprakelijk voor val fietser door wapperende cadeaulinten.
Fietser komt ten val en wijt de val aan gevaarlijk wapperende cadeaulinten aan een stoepbord van de winkeleigenaar. Anders dan de rechtbank, is het hof niet van oordeel dat sprake is geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Volgens het hof hebben de linten een gevaar in het leven geroepen dat zich heeft verwezenlijkt, zonder dat is gebleken van onverantwoord of onoplettend rijgedrag van de fietser. De aansprakelijkheid van de winkeleigenaar moet worden aangenomen, omdat de linten aan de kant van het fietspad aan het bord waren bevestigd terwijl er een stevige wind stond. Het risico kon eenvoudig worden voorkomen door de linten aan de andere zijde van het bord te bevestigen, zodat ze niet over de weg zouden waaien. Het beroep op eigen schuld slaagt niet. Het hof oordeelt dat de winkeleigenaar aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade (PS 2024-0107).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
H.J. Delhaas, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Rotterdam 8 november 2023, nr. C/10/640843 / HA ZA 22-523, ECLI:NL:RBROT:2023:10636’, JA 2024/31 (Beroepsaansprakelijkheid assurantietussenpersoon. Klachtplicht)
F.T. Oldenhuis, annotatie JA bij: ‘Hoge Raad 1 december 2023, nr. 22/03127, ECLI:NL:HR:2023:1674’, JA 2024/37 (Gebrekkige opstal. Biggenrug. Parkeerterrein openbare weg?)
Y. Bosschaart, annotatie JA bij: ‘Gerechtshof Den Haag 14 november 2023, nr. 200.298.696/01, ECLI:NL:GHDHA:2023:2192’, JA 2024/41 (Sport- en spelsituatie. Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Buitensporig gedrag)
Y. Bosschaart, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Limburg zp Maastricht 29 november 2023, nr. C/03/309024 / HA ZA 22-400, ECLI:NL:RBLIM:2023:7197’, JA 2024/42 (Sport- en spelsituatie. Stoeien. Speels gedrag)
Y. Bosschaart, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Oost-Brabant zp ’s-Hertogenbosch 13 december 2023, nr. C/01/394153 / EX RK 23-86, ECLI:NL:RBOBR:2023:5837’, JA 2024/43 (Sport- en spelsituatie. Verkeersregels. Recreatief karakter)
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Veroordeling voor het (samen met anderen) schuldig maken aan moord, poging tot moord en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Aan de vader en de zoon van het overleden slachtoffer wordt respectievelijk een bedrag van € 17.500 en € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend. Aan de moeder van hun zoon komt geen geslaagd beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW toe, nu naar het oordeel van het hof onvoldoende is dat zij en het overleden slachtoffer als gezamenlijke ouders van hun zoon nauw met elkaar verbonden waren. Aan het 5-jarige zoontje van het overleden slachtoffer wordt tevens een bedrag van € 30.000 wegens aantasting in de persoon op andere wijze toegekend, omdat hij zich tijdens het incident met zijn vader in de auto bevond. 15-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Veroordeling voor het (samen met anderen) schuldig maken aan moord, poging tot moord en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Aan de vader en de zoon van het overleden slachtoffer wordt respectievelijk een bedrag van € 17.500 en € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend. Aan de moeder van hun zoon komt geen geslaagd beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW toe, nu naar het oordeel van het hof onvoldoende is dat zij en het overleden slachtoffer als gezamenlijke ouders van hun zoon nauw met elkaar verbonden waren. Aan het 5-jarige zoontje van het overleden slachtoffer wordt tevens een bedrag van € 30.000 wegens aantasting in de persoon op andere wijze toegekend, omdat hij zich tijdens het incident met zijn vader in de auto bevond. 15-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Veroordeling voor het (samen met anderen) schuldig maken aan moord, poging tot moord en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Aan de vader en de zoon van het overleden slachtoffer wordt respectievelijk een bedrag van € 17.500 en € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend. Aan de moeder van hun zoon komt geen geslaagd beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW toe, nu naar het oordeel van het hof onvoldoende is dat zij en het overleden slachtoffer als gezamenlijke ouders van hun zoon nauw met elkaar verbonden waren. Aan het 5-jarige zoontje van het overleden slachtoffer wordt tevens een bedrag van € 30.000 wegens aantasting in de persoon op andere wijze toegekend, omdat hij zich tijdens het incident met zijn vader in de auto bevond. 15-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor artikel 6 WVW en artikel 5 WVW. Aan de ouders en broer van het overleden slachtoffer wordt een bedrag van € 6.000 aan shockschadevergoeding toegewezen. 15-02-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Fietser komt ten val en wijt de val aan gevaarlijk wapperende cadeaulinten aan een stoepbord van de winkeleigenaar. Anders dan de rechtbank, is het hof niet van oordeel dat sprake is geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Volgens het hof hebben de linten een gevaar in het leven geroepen dat zich heeft verwezenlijkt, zonder dat is gebleken van onverantwoord of onoplettend rijgedrag van de fietser. De aansprakelijkheid van de winkeleigenaar moet worden aangenomen, omdat de linten aan de kant van het fietspad aan het bord waren bevestigd terwijl er een stevige wind stond. Het risico kon eenvoudig worden voorkomen door de linten aan de andere zijde van het bord te bevestigen, zodat ze niet over de weg zouden waaien. Het beroep op eigen schuld slaagt niet. Het hof oordeelt dat de winkeleigenaar aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. 13-02-2024
- Gerechtshof Den Haag Schadestaatprocedure. Beoordeling van diverse schadeposten in een letselschadezaak met ernstig (hersen)letsel door een medische fout. Als gevolg van de medische fout is de benadeelde blijvend rolstoelafhankelijk en voor zorg en begeleiding volledig afhankelijk van derden. Partijen hebben een verschil van inzicht over de aard en omvang van verschillende schadeposten. Het hoger beroep door zowel de benadeelde als het ziekenhuis slaagt deels. Wat betreft de schadepost ‘smartengeld’ acht het hof de toegekende € 95.000 door de rechtbank te mager. Nu niet alleen sprake is van lichamelijk letsel, maar ook van vertraagd denken en spreken, alsmede het feit dat de benadeelde zich volledig van zijn situatie bewust is, acht het hof een vergoeding van € 140.000 billijk. 13-02-2024
- Gerechtshof Den Haag Medische aansprakelijkheidsverzekering. Dekkingsgeschil. Het Erasmuc MC (EMC) sluit een verzekering af op claims made-basis ter dekking van zijn medische aansprakelijkheid. In (onder meer) vier dossiers heeft het EMC inloopdekking gevraagd onder de polis. De verzekeraar weigert dekking te verlenen omdat de schadetoebrengende feiten zich hebben voorgedaan voor het sluiten van de verzekering, en die feiten al voor die datum bij het EMC bekend waren of behoorden te zijn. Het EMC vordert in deze procedure dat er alsnog dekking wordt verleend voor de schade. Het hof wijst, net als de rechtbank, de vorderingen af. 13-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Twee afzonderlijke geweldsincidenten tussen twee vrienden monden uit in twee strafrechtelijke veroordelingen. Vriend 1 is veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling van vriend 2. Twee jaar later wordt vriend 2 veroordeeld voor een poging doodslag van vriend 1. In hoger beroep richten de grieven zich tegen over en weer deels toe en deels afgewezen vorderingen van zowel materiële als immateriële schadevergoeding. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. Beroep op verjaring afgewezen met verwijzing naar artikel 3:310 lid 4 BW. Een civielrechtelijke vordering verjaart pas als het recht tot strafvordering is verjaard (verlengde verjaringstermijn) en niet als om andere redenen (zoals een onherroepelijke veroordeling) het recht tot strafvordering vervalt. Ratio: betere bescherming slachtoffers van een misdrijf. 09-01-2024
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling voor poging doodslag, het meerdere malen seksueel binnendringen bij en het mishandelen van pasgeboren dochtertje. De moeder is veroordeeld voor het in hulpeloze toestand achterlaten van haar dochtertje. Zowel vader als moeder zijn verantwoordelijk voor de schade. De rechtbank stelt de immateriële schade van het slachtoffer vast op € 168.000. 20-02-2024
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor doodslag op ex-vriendin. Aan de nabestaanden van het slachtoffer worden zowel bedragen ter vergoeding van de affectieschade als van de shockschade toegewezen. Omdat de identiteit van het slachtoffer eerst niet kan worden vastgesteld, is een persbericht met een foto van haar (gehavende) gezicht gepubliceerd. De benadeelde partijen werden direct geconfronteerd met de foto en het zichtbare letsel. 19-02-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Man vordert € 4.500 schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad, omdat hij van een vriend een klap op zijn bovenlip heeft gekregen na een woordenwisseling. De man wil het litteken op zijn lip laten herstellen door een plastisch chirurg. Volgens de kantonrechter is sprake van een onrechtmatige daad. Het beroep op noodweer(exces) door de vriend slaagt niet, nu niet is gebleken dat de situatie dermate dreigend was dat verdediging noodzakelijk was. De rechtbank stelt de schade schattenderwijs vast op € 2.500, waarop het reeds ontvangen van € 1.000 van het Schadefonds Geweldsmisdrijven in mindering wordt gebracht. 14-02-2024
- Rechtbank Amsterdam Massaschadezaak tegen producent van borstimplantaten. Bureau Clara Wichman is ontvankelijk in de door haar ingestelde vorderingen ten behoeve van de vrouwen die hun implantatie in Nederland hebben gehad. 14-02-2024
- Rechtbank Noord-Holland Koper van racefiets stelt fietsverkoper aansprakelijk voor ongeval dat is ontstaan door een losgeschoten voorwiel. Als gevolg van het ongeval heeft de koper onder andere een hoge dwarslaesie opgelopen. De kantonrechter oordeelt dat de fietsverkoper het Besluit van de Europese Commissie van 29 november 2011, inzake de veiligheidseisen waaraan Europese normen voor fietsen moeten voldoen, niet heeft nageleefd, bestaande uit de verplichting tot verstrekking van productveiligheidsinformatie en het wijzen op mogelijke gevaren en op voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van ongevallen. Nu de informatie de koper ten onrechte niet heeft bereikt, komt de kantonrechter tot het oordeel dat de fietsverkoper aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. Verwijzing naar schadestaatprocedure. 07-02-2024
- Rechtbank Limburg Beroepsaansprakelijkheid advocaat na niet tijdig indienen memorie van grieven bij gerechtshof. Geen schade als gevolg van het niet inhoudelijk oordelen door het hof, omdat wordt aangenomen dat het vonnis van de rechtbank in stand zou zijn gebleven. Wel schade in de vorm van in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten, waarvan de hoogte nog nader zal worden vastgesteld. 31-01-2024