Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2025
Uitspraken van 17-12-2024 tot 13 januari 2025
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Tromp/Elemans-vraagstelling voorgelegd aan neuropsycholoog.
Hoger beroep. De rechtbank heeft het verzoek van een man om een voorlopig deskundigenbericht door een neurochirurg en een neuropsycholoog te bevelen afgewezen. Het hof vindt het verzoek echter wel toewijsbaar. De rechtbank heeft volgens het hof het verzoek van de man op grond van de toen bestaande situatie terecht afgewezen wegens misbruik van recht. De man heeft na de mondelinge behandeling vrijwel alle relevante en nog ontbrekende medische informatie verstrekt. Dat betekent dat er op dit moment geen sprake is van een situatie waarin het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht prematuur is. Van misbruik van recht is dan ook geen sprake meer. Het hof benoemt een neurochirurg aan wie de IWMD-vraagstelling wordt voorgelegd en een neuropsycholoog aan wie de zogenaamde Tromp/Elemans-vraagstelling wordt voorgelegd. Het hof legt uit waarom. De verzekeraar stelt in het hoger beroep voor het eerst dat er geen dekking is op de SVI-polis en het verzoek (dus) niet ter zake dienend is. Door zonder het maken van een voorbehoud de claim in behandeling te nemen, jarenlang in behandeling te houden en door voorschotten uit te keren heeft de verzekeraar erkend dat zij op grond van de SVI gehouden is de schade te vergoeden. De verzekeraar kan volgens het hof niet terugkomen op de erkenning en verwijst daarbij naar de GBL. Het hof gaat in deze uitspraak nader in op de rechten en verplichtingen die een verzekerde wel of niet heeft bij een beroep op de SVI-verzekering (PS 2025-0006).

Medische aansprakelijkheid: vraagstelling deskundige en verstrekken informatie.
Vervolg op tussenvonnis. Benoeming psychiater, vraagstelling. Eiser, die drie levensdelicten heeft begaan, stelt dat sprake was van een psychose en dat een GGZ-instelling bij de behandeling van eiser niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. De rechtbank gelast een deskundigenbericht en gaat uitvoerig in op de aan de deskundige voor te leggen vraagstelling. De benoeming van een deskundige die werkzaam is voor een samenwerkingspartner van de GGZ-instelling heeft niet de voorkeur van de rechtbank. De rechtbank verzoekt partijen zich (opnieuw) uit te laten over de persoon van de te benoemen psychiater. Het calamiteitenrapport hoeft de GGZ-instelling niet in het geding te brengen. De rechtbank komt terug op een in een eerder tussenvonnis vervatte eindbeslissing. Achteraf opgestelde verklaringen door behandelaren kunnen (toch) bij de beoordeling worden betrokken. Wel moet inzichtelijk worden welke waarde de deskundige aan deze verklaringen heeft gehecht. Het verzoek van eiser dat drie pro Justitia-rapporten enkel ter kennis mogen worden gebracht aan de rechtbank, de advocaat van de verzekeraar van de GGZ-instelling en de deskundige, wijst de rechtbank af. Een beroep op artikel 22a lid 1 en 2 RV wordt niet gehonoreerd (PS 2025-0007).

CRvB: vaststellingsovereenkomst staat niet in weg aan maatwerkvoorziening Wmo 2015.
Socialezekerheidsrecht. Een vrouw heeft in 2018 een vaststellingsovereenkomst gesloten met de schadeverzekeraar van de aansprakelijke partij voor het haar overkomen ongeval in 2006. De daarin opgenomen vergoeding voor ‘kosten van toekomstige verzorging’ zijn volgens appellante meerkosten in aanvulling op de zorg vanuit de zorgwetten. Het college heeft de aanvraag van een maatwerkvoorziening afgewezen. Dit besluit is in bezwaar gehandhaafd en de rechtbank heeft het beroep daartegen ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een met de schadeverzekeraar gesloten vaststellingsovereenkomst niet in de weg staat aan verstrekking van de gevraagde maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015, omdat dit binnen de keuzevrijheid valt. De cliënt kan de benodigde maatwerkvoorzieningen aanvragen bij het college, maar kan zich voor vergoeding van de kosten daarvan ook tot de (verzekeraar van de) schadeveroorzaker wenden. Het is dus aan de cliënt om te beoordelen wat voor hem het beste is. Als de cliënt zich voor de kosten van de benodigde maatwerkvoorzieningen tot de (verzekeraar van de) schadeveroorzaker wendt, mag deze de cliënt in beginsel niet doorverwijzen naar de gemeente. Andersom geldt hetzelfde: als de cliënt zich tot het college wendt, kan het college de benodigde maatwerkvoorzieningen in beginsel niet weigeren en de cliënt doorsturen naar de (verzekeraar van de) schadeveroorzaker. Wel kan het college bij verstrekking van deze maatwerkvoorzieningen regres nemen op de (schadeverzekeraar van de) veroorzaker. De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit (PS 2025-0019).

Voor de ontvankelijkheid benadeelde partij: naam en geboortedatum nodig.
Strafrecht. Ontvankelijkheid benadeelde partij. De rechtbank oordeelt, anders dan in vonnissen van de rechtbanken Limburg, Zeeland-West-Brabant en Rotterdam is gedaan, dat vorderingen niet enkel onder nummer kunnen worden ingediend en dat voor de ontvankelijkheid van een benadeelde partij is vereist dat de partij zijn volledige naam en geboortedatum kenbaar maakt. De wetgever heeft met het oog op het bieden van een grotere anonimiteit van slachtoffers in het strafproces uitdrukkelijk stilgestaan bij de gegevens die een slachtoffer moet invullen wanneer hij zich met een schadevergoeding in het strafproces wenst te voegen. Na overleg met betrokken partijen en instanties is het formulier als bedoeld in artikel 51g lid 1 Sv vastgesteld. Er is daarbij voor gekozen om uitsluitend nog voor te schrijven dat een benadeelde partij zijn naam en geboortedatum kenbaar moet maken. Dat werd kennelijk gezien als een absoluut minimumvereiste om de vordering te kunnen beoordelen. Bij deze stand van zaken ligt het op de weg van de wetgever om hierin desgewenst verandering aan te brengen. Daarbij dient dan ook aandacht besteed te worden aan andere bepalingen met betrekking tot de benadeelde partij, die thans niet passen bij een benadeelde partij waarvan geen persoonsgegevens bekend zijn. Voorts kan de wetgever dan (procedurele) waarborgen inbouwen waarmee tegemoet kan worden gekomen aan de belangen van de verdediging. De rechtbank ziet gelet op vorenstaande nu geen juridische ruimte om de vorderingen van partijen die hun naam en geboortedatum niet kenbaar hebben gemaakt toe te staan. Benadeelde partijen worden in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen (PS 2025-0021).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

C.J.M. van Doorn, ‘Civilologische lessons learned: empirisch-juridisch onderzoek naar de belangen van benadeelden in situaties van massaschade’, NTBR 2024/29

F.M. Ruitenbeek-Bart, ‘Aan tafel bij veroorzakers van letsel’, NTBR 2024/34

Redactie e.a., ‘Smartengeld aan zedenslachtoffers voorspeld: een statistische analyse’, VR 2024/125 

R. Meelker, ‘De rol van een EVR-registratie bij het weren van een belangenbehartiger’, PPS-bulletin 2024/4, p. 4 

P. klein Gunnewiek & R. Hoeppermans, ‘Hoge Raad concretiseert begrippen schuld en roekeloosheid Wegenverkeerswet 1994’, PPS-bulletin 2024/4, p. 6

J. Keizer, ‘Stille revolutie in het bewijsrecht’, L&S 2024/4, p. 3 

F. Ruitenbeek-Bart, ‘Civielrechtelijke aansprakelijkheid vanuit het perspectief van de zorgverlener. Zorggerelateerde schade: van verwijt naar herstel’, L&S 2024/4, p. 7 

L. Hesselink & T. Sillevis Smitt, ‘Laurentien van Oranje en Derk-Jan van der Kolk over herstel in de toeslagenaffaire: het gaat hier om tientallen ongelukken die elkaar zijn opgevolgd’, L&S 2024/4, p. 16

K. Van Tilburg, ‘Medische expertise door de anesthesioloog-pijnspecialist,’ L&S 2024/4, p. 20 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep