Naar boven ↑

Update

Nummer 13, 2025
Uitspraken van 1 april 2025 tot 7 april 2025
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Regres WAM-verzekeraar na roekeloos gedrag: ongeval met 185 km/uur.
Verzekeringsrecht. Zoon heeft in de Bentley van zijn vader 185 km/h gereden waar 100 km/h was toegestaan en is achterop een andere auto gereden. De rechtbank komt tot het oordeel dat de zoon roekeloos heeft gereden. Voor de betekenis van het begrip ‘roekeloos’ in de zin van de polisvoorwaarden moet aansluiting worden gezocht bij de wettelijke uitsluiting van artikel 7:952 BW, dat van regelend recht is. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat één (gevaarlijke) gedraging voldoende wordt geacht voor het aannemen van roekeloosheid. Verzekeraar is niet tot uitkering verplicht aan vader, omdat zoon roekeloos heeft gereden. De zoon moet de schade aan de andere auto en diens inzittenden vergoeden. Het beroep op artikel 15 WAM gaat ook niet op. De regresblokkade is niet van toepassing. In de hoofdzaak heeft de rechtbank overwogen dat het rijgedrag van de zoon voorafgaand aan het ongeval moet worden aangemerkt als roekeloos. Op grond van artikel 8.2 van de algemene voorwaarden is geen recht op uitkering als de vader zou hebben gereden zoals zoon deed voorafgaand aan het ongeval. De zoon mocht er bovendien niet te goeder trouw van uitgaan dat zijn aansprakelijkheid door de verzekering was gedekt. Dat betekent dat de regresblokkade niet van toepassing is (PS 2025-0192).

Schending mededelingsplicht bij aangaan AOV-verzekering, toch dekking. 
In deze procedure gaat het over de vragen of de verzekeringsnemer zijn mededelingsplicht heeft geschonden bij het aangaan van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering, en of de verzekeraar zich tijdig op het schenden van de mededelingsplicht heeft beroepen. Het hof is van oordeel dat de verzekeringsnemer zijn mededelingsplicht heeft geschonden bij het aangaan van de verzekering. De verzekeraar heeft hem echter niet bericht binnen twee maanden na ontdekking daarvan, zodat hij zich niet kan beroepen op de mogelijke rechtsgevolgen. De verzekeraar is gehouden dekking te verlenen onder de polis. De mate van arbeidsongeschiktheid en de vraag tot welke uitkering de verzekeraar eventueel gehouden is, moeten nog worden vastgesteld. De vorderingen gericht op het (doen laten) verwijderen van de gegevens van de verzekeringsnemer uit de Gebeurtenissenadministratie van de verzekeraar, het Incidentenregister, het Extern Verwijzingsregister en het Intern Verwijzingsregister worden afgewezen (PS 2025-0195).

Ongeval scooter en fietser: reflexwerking artikel 185 WVW.
Deelgeschil. Op de kruising heeft een ongeval plaatsgevonden tussen een scooterrijder en een fietser waarbij de scooterrijder ten val is gekomen. De scooterrijder verwijt de fietser onzorgvuldig rijgedrag en stelt haar aansprakelijk voor 100% van zijn schade. De fietser is het daar niet mee eens en voert aan dat zij zich aan de verkeersregels heeft gehouden en het aan de scooterrijder zelf is te wijten dat hij ten val is gekomen. Zij vindt primair dat zij niet aansprakelijk is. Subsidiair stelt zij dat een schadedeling van 30-70% dient te worden vastgesteld in het nadeel van de scooterrijder. De reflexwerking van artikel 185 WVW is van toepassing. De rechtbank komt tot de conclusie dat de scooterrijder onzorgvuldig rijgedrag moet worden verweten en van overmacht geen sprake is. In verband met de reflexwerking van artikel 185 WVW blijft een deel van de schade (dus) in beginsel voor rekening van scooterrijder, tenzij de causaliteitsafweging en eventuele billijkheidscorrectie met zich brengen dat de gehele schade van de scooterrijder volledig door de fietser moet worden vergoed. De rechtbank concludeert dat op basis van een causaliteitsverdeling de fouten van de fietser voor 85% aan het ontstaan van de schade hebben bijgedragen. Na een billijkheidscorrectie komt de rechtbank tot de vaststelling dat 90% van de schade van de scooterrijder voor vergoeding in aanmerking komt (PS 2025-0197).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

E.A.L. van Emden, ‘De zorgplicht van de schadeverzekeraar’, MvV 2025/2. 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen