Ernstig geweldsincident waarbij een man een vrouw in haar woning door het hoofd schiet. De rechtbank heeft de man veroordeeld voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de vrouw en het betalen van een bedrag van in totaal € 668.350,11, bestaande uit onder andere het verlies van arbeidsvermogen en immateriële schadevergoeding. Het gaat in hoger beroep enkel over de hoogte van het verlies aan arbeidsvermogen, inclusief pensioenschade en de fiscale component daarvan. Volgens het hof mogen er niet al te strenge eisen worden gesteld aan wat de vrouw stelt ter onderbouwing van haar verlies aan verdienvermogen. Dat geldt ook met betrekking tot het door haar genoten fiscaal loon over 2020 en het bewijs dat door de vrouw dienaangaande wordt overgelegd. In dat verband acht het hof verder van belang dat uit de weergave door het expertisebureau van de genomen uitgangspunten blijkt dat niet de maximale claim is berekend. Het expertisebureau heeft in zijn berekening immers niet meegenomen de mogelijkheid dat de vrouw periodiekverhogingen zouden zijn toegekend, welke mogelijkheid naar het oordeel van het hof niet op voorhand illusoir is te achten. Ook de mogelijkheid dat de vrouw zou zijn doorgegroeid naar een beter verdienende andere functie binnen de zorg is door het expertisebureau niet in de berekening meegenomen, terwijl die mogelijkheid naar het oordeel van het hof evenmin illusoir is te achten, mede gelet op de jonge leeftijd van de vrouw. Alle grieven falen, het hof bekrachtigt het bestreden eindvonnis.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 27-08-2024