In 2009 heeft een toen 45-jarige man in het VUmc een operatie via de neusholte ondergaan in verband met een verdacht proces, gedacht werd aan een hypofyseadenoom, een langzaam groeiende goedaardige tumor. Na de operatie ontstonden onverwacht zéér ernstige complicaties bij de man, zodanig ernstig dat hij nu blijvend ernstig gehandicapt is en fulltime moet worden verzorgd. De familie van de patiënt heeft zich bij de tuchtcolleges voor de gezondheidszorg beklaagd over de neurochirurg die de operatie heeft verricht. Het RTG en – in hoger beroep – het CTG (2014) hebben alle klachten verworpen. De familie verwijt de betrokken radiologen en neurochirurgen van het VUmc dat zij op alle onderdelen van de procedure zijn tekortgeschoten. De verwijten, die grote overeenkomsten vertonen met de verwijten zoals die in de tuchtrechtelijke procedures ter beoordeling voorlagen, zijn in 2014 (grotendeels) ook aan een op gezamenlijk verzoek door de rechtbank benoemde deskundige/neurochirurg voorgelegd. Ook deze deskundige heeft geconcludeerd dat op geen enkel moment sprake is geweest van (medisch) onzorgvuldig of verwijtbaar handelen. Na eenzijdig ingewonnen second opinions van een andere neurochirurg (2015-2019) is de familie in 2024 onderhavige bodemprocedure tegen het VUmc gestart. Volgens de familie mag de rechtbank zich, vanwege procedurele en inhoudelijke bezwaren tegen het rapport van de rechtbankdeskundige, bij de beoordeling van de verwijten niet op het deskundigenrapport baseren. De rechtbank neemt dit rapport echter wel bij haar beoordeling tot uitgangspunt, omdat zij de bezwaren tegen het rapport ongegrond beoordeelt en het deskundigenrapport ook in lijn is met het oordeel van het RTG en het CTG en de conclusies van de door het CTG ingeschakelde deskundige. Voor zover de door de familie gemaakte verwijten aan de artsen van het VUmc niet in het deskundigenrapport zijn betrokken, zijn deze verwijten onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank ziet geen aanleiding een nieuwe deskundige te benoemen, ook niet met betrekking tot de in deze procedure nieuw geformuleerde verwijten. Zij concludeert dat het VUmc en haar behandelend artsen niet toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst met de man. De vorderingen zijn afgewezen.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 19-03-2025