Smolentsev v. Rusland

Smolentsev v. Rusland. Mishandeling door politieagenten tijdens arrestatie. Onvoldoende zorgvuldig onderzoek naar de vermeende mishandeling.

Letsel na operatie aan hand door chirurg werkzaam in het Maasstad Ziekenhuis. In hoger beroep wordt het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht afgewezen, omdat niet is gebleken dat de behandelend arts een fout heeft gemaakt tijdens de operatie en de vraagstelling van het deskundigenbericht is ingericht op het verkrijgen van andere informatie dan waarvoor verzoekster een verzoek heeft ingediend.

Carvalho Pinto de Sousa Morais v. Portugal

Carvalho Pinto de Sousa Morais v. Portugal. Verlaging van het in eerste instantie toegekende bedrag aan schadevergoeding voor een medische fout is discriminatoir. 

Deelgeschil. Onenigheid over de vraag welke partij door rood is gereden voorafgaand aan het ongeval. Afwijzing verzoek op grond van artikel 1019z Rv. Verzekeraar dient te worden toegelaten tot bewijslevering en aangezien de deelgeschilprocedure zich daar niet voor leent, wordt het verzoek afgewezen.

Strafrecht. Veroordeling voor poging tot zware mishandeling partner ex-vriendin door hem te slaan met een kloofbijlsteel. Gevorderde materiële en immateriële schadevergoeding wordt volledig toegewezen (ad € 439).

Strafrecht. Veroordeling voor mishandeling in de Bells Club door lid van motorclub Satudarah. Gevorderde schadevergoeding wordt volledig toegewezen.

Letselschade. Geen causaal verband tussen ongeval en knie- en psychische klachten. De schouderklachten zijn wel veroorzaakt door het ongeval; bevel verschijning partijen voor nader deskundigenonderzoek. 

Verkeersongeval in Duitsland. Haags Verkeersongevallenverdrag. Beoordeling causaal verband tussen whiplashklachten en ongeval naar Duits recht (par. 286 en 287 ZPO). Voornemen tot het gelasten van een deskundigenbericht. Verwijzing naar de rol voor akte.

Deelgeschil. Verzoek om maandelijks voorschot voor bepaalde periode toegewezen. Verlies aan verdienvermogen van ouder door deels niet meer in staat te zijn de werkzaamheden uit te voeren in het kader van ten behoeve van de kinderen verstrekte pgb-gelden.

Universitair Medisch Centrum Groningen/X

Vervolg op GZR 2016-0147 en GZR 2017-0101. Een medisch-cosmetische oorreconstructie in het UMCG heeft een teleurstellend resultaat. De patiënt gaat naar een ander ziekenhuis (UMCU) en stelt het UMCG aansprakelijk. De Rechtbank Noord-Nederland heeft voor recht verklaard dat het UMCG aansprakelijk is, van welk vonnis het UMCG in hoger beroep is gekomen. In GZR 2016-0147 heeft het hof het UMCG in de gelegenheid gesteld om bij akte stukken in het geding te brengen. In GZR 2017-0101 acht het hof voorshands bewezen dat het UMCG niet lege artis heeft gehandeld, omdat niet is voldaan aan de verzwaarde motiveringsplicht, en wordt het UMCG in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. In dit arrest gaat het over de benoeming van een deskundige die dat tegenbewijs zou moeten leveren. De patiënt verzet zich tegen deze benoeming, maar het hof volgt de patiënt niet in diens betoog. Het hof benoemt de deskundige en formuleert de vragen aan de deskundige. Of de patiënt wel of geen blokkeringsrecht toekomt, laat het hof in het midden tot na het deskundigenonderzoek.