Strafrecht. Veroordeling voor twee woninginbraken. Aan benadeelde 1 wordt € 762,97 voor materiële schade en € 500 voor immateriële schade toegewezen. Aangeefster 2 is begin 2017 overleden (niet ten gevolge van het bewezenverklaarde) en haar neef heeft zich namens haar als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot vergoeding van materiële schade. De rechtbank verklaart de neef, gelet op artikel 361 lid 1 en 2 Sv jo. artikel 51f Sv niet ontvankelijk, maar legt wel een schadevergoedingsmaatregel op. De rechtbank overweegt: 'De schadevergoedingsmaatregel is immers een zelfstandige strafrechtelijke maatregel die mede beoogt een door een strafbaar feit benadeelde persoon te versterken in zijn positie tot herstel van een rechtmatige toestand. Nu de in het tweede lid van artikel 36f Sr bedoelde aansprakelijkheid van de verdachte jegens het slachtoffer niet teloorgaat door diens overlijden, behoren de erfgenamen van het slachtoffer tot de kring van begunstigden van de schadevergoedingsmaatregel (ECLI:HR:2010:BL9105).' De schade (aan deuren en kozijnen) is bepaald op € 3.523 en dit bedrag dient ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster 2] aan de Staat te worden voldaan.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 30-03-2017