Strafrecht. Veroordeling voor (onder andere) diefstal met geweld en verkrachting van slachtoffer 1, alsmede voor mishandeling van enkele andere slachtoffers. Schadevordering slachtoffer 1: Toewijzing van € 735,46 aan materiële schade, met afwijzing van de gevorderde reiskosten van de vriend van het slachtoffer af wegens gebrek aan wettelijke grondslag daarvoor. De gevorderde immateriële schade (€ 15.000) wijst zij toe. Het verweer dat het door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitgekeerde bedrag van € 10.000 hierop in mindering moet worden gebracht, wordt verworpen. Dit bedrag moet immers door het slachtoffer worden terugbetaald zodra en voor zover de schade door verdachte wordt vergoed (ECLI:NL:HR:2004:AO3452). Toewijzing van immateriële schadevergoeding aan andere slachtoffers ter hoogte van € 100 (slachtoffer 3), € 500 (slachtoffer 4) en € 312 (slachtoffer 5). Slachtoffer 4 krijgt ook de onbetwiste schadepost 'rollator' ad € 89,99 toegewezen.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 22-03-2017