Strafrecht. Veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling (ECLI:NL:RBOVE:2017:827) en voor medeplegen daarvan (ECLI:NL:RBOVE:2017:828). In een conflict over de afwikkeling van de verkoop van een auto heeft verdachte vanuit een auto met een vuurwapen op de grond, in de nabijheid van de auto van slachtoffers, geschoten. De slachtoffers vorderen schadevergoeding, waaronder schade aan de auto (€ 2.526,48; gevorderd door slachtoffer 1), reiskosten ten behoeve van het doen van aangifte (gevorderd door beiden) en vergoeding van geneesmiddelen (gevorderd door slachtoffer 2). Tevens vorderen beide slachtoffers € 1.250 aan vergoeding van immateriële schade. Materiële schadeposten van slachtoffer 1 worden integraal toegewezen. Met betrekking tot immateriële schade van slachtoffer 1 overweegt de rechtbank dat betrokkene reeds psychische klachten had ten tijde van het bewezenverklaarde feit, zodat onduidelijk is welke klachten daaruit voortkomen. De beoordeling daarvan levert een onevenredige belasting op. De rechtbank wijst desalniettemin € 500 toe; voor het overige volgt niet-ontvankelijkheid. Slachtoffer 2 wordt geheel niet-ontvankelijk verklaard. Ook bij deze betrokkene is sprake van bestaande psychische klachten. Bovendien acht de rechtbank aannemelijk dat betrokkene een eigen aandeel had in het ontstaan van de schade. De beoordeling van deze schadevordering levert daarom een onevenredige belasting op.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 21-02-2017