Strafrecht. Poging tot doodslag door slachtoffer met een stok op het hoofd te slaan. Het slachtoffer vordert materiële schade wegens huishoudelijke hulp / verzorging (totaal: € 2,645,13) en wegens kosten vloerbedekking (€ 890), alsmede € 30.000 immateriële schade. Schade wegens vloerkleed toegewezen. Immateriële schade toegewezen tot € 3.000, nu deze naar het oordeel van de rechtbank 'minst genomen' op dit bedrag kan worden begroot. De rechtbank neemt in aanmerking dat medische stukken - behoudens de gegeven beschrijvingen van het letsel - ontbreken en nog geen medische eindtoestand is bereikt. De rechtbank wijst verder op een nog vast te stellen mate van 'eigen schuld' en merkt op dat zij bij de gehanteerde voorlopige schadebegroting is uitgegaan van een percentage van 50%. Voor het meerdere levert beoordeling van deze vordering. Voor het overige (het meerdere aan immateriële schade en de gevorderde kosten voor huishoudelijke hulp en verzorging) volgt niet-ontvankelijkverklaring wegens onevenredige belasting van het strafproces.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 19-01-2017