De man stelt schade te hebben ondervonden door vuurwerk. Hij stelt dat de twee andere mannen door zijn auto te vernielen en door te pogen vuurwerk naar binnen te gooien om hem (zwaar) te mishandelen, strafbare gedragingen en daarmee onrechtmatige gedragingen hebben begaan als bedoeld in artikel 6:162 BW, als gevolg waarvan hij schade heeft geleden. Er zou in de avond van 10 december 2022 vuurwerk zijn afgestoken en in de vroege ochtend van 11 december 2022. De kantonrechter acht het voldoende bewezen dat er onrechtmatig jegens de man is gehandeld door vuurwerk te laten ontploffen bij diens auto en de woning van zijn vriendin op de avond van 10 december 2022 en vuurwerk door de brievenbus te doen in de ochtend van 11 december 2022. De eerste man die het vuurwerk heeft afgestoken is aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW voor de geleden schade. De tweede man is op grond van artikel 6:166 BW aansprakelijk voor beide gebeurtenissen. De kantonrechter is van oordeel dat, mede gelet op de jeugdige leeftijd van de man ten tijde van de onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan voor hem, een schadevergoeding, voor gehoorschade en de psychische klachten, van € 5.000 billijk is.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 12-03-2025