Naar boven ↑
7.772 resultaten

Rechtspraak

PS 2024-0336

Beroepsaansprakelijk rechtshulpverlener in een letselschadezaak. Tijdens een playbackshow georganiseerd door de dorpsbelangen is een lamp/spot met een gewicht van 80 kg van het podium gevallen en op het hoofd van de benadeelde beland, nadat een vennoot van het bedrijf dat het licht en geluid verzorgde daartegenaan was gebotst. In deze procedure gaat het om de vraag of Columbus (als partij met wie de benadeelde een overeenkomst van opdracht tot het verrichten van diensten had gesloten) aansprakelijk is voor de schade die de benadeelde heeft geleden omdat Columbus bij de uitvoering van de overeenkomst niet de zorgvuldigheid van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen die volgens artikel 7:401 BW vereist is. Columbus heeft in totaal drie partijen aansprakelijk gesteld en op enig moment is het dossier stil komen te liggen. Volgens de benadeelde heeft Columbus de verjaring niet of niet tijdig gestuit richting de (mogelijk) aansprakelijke partijen, waardoor zij geen volledige schadevergoeding in verband met haar opgelopen letsel meer kan ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de benadeelde in verband met het incident dat haar is overkomen een kansrijke vordering, zowel qua vaststelling van de aansprakelijkheid als qua verhaalsmogelijkheid, had op het bedrijf dat het licht en geluid van de show verzorgde. Deze kans is haar ontnomen door het verwijtbare handelen van de zijde van Columbus. Door het toedoen van Columbus is de vordering immers verjaard. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot verklaring voor recht dat Columbus toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst worden toegewezen. Dat eveneens sprake is van onrechtmatig handelen door Columbus is in het licht van de gemotiveerde betwisting door Columbus onvoldoende onderbouwd door de benadeelde, zodat dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen. De vraag of sprake is van schade ten gevolge van deze tekortkoming beantwoordt de rechtbank bevestigend. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een redelijke mate van waarschijnlijkheid dat de door de benadeelde gestelde en niet gemotiveerd betwiste cognitieve beperkingen het gevolg zijn van het ongeval. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden en dat deze schade een bedrag van € 20.000 overstijgt. Verwijzing naar schadestaatprocedure.
Rechtbank Noord-Nederland, 26-06-2024