Zorgverzekeraar vordert ex artikel 7:962 BW medische kosten terug die zij heeft vergoed aan haar verzekeringnemer. Haar verzekeringnemer, tevens slachtoffer, heeft letsel opgelopen na een onrechtmatige daad. Artikel 6:162 BW bepaalt dat degene die tegenover een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht is de schade die de ander daardoor lijdt, te vergoeden. De schadeveroorzakende partij voert onder andere aan dat de zorgverzekeraar deze vordering in de strafzaak had moeten indienen, omdat de schade toen al bekend was. Door vier jaar te wachten met hem aan te spreken stelt hij in zijn belangen te zijn geschaad en dat het door het tijdsverloop moeilijker geworden is te achterhalen of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De rechtbank oordeelt dat de zorgverzekeraar niet kan worden verweten dat de schade niet in de strafzaak als vordering van de benadeelde partij is ingebracht. Voor het slachtoffer waren deze kosten geen schade omdat die werden vergoed door de zorgverzekeraar en de zorgverzekeraar kon zich niet voegen in de strafzaak omdat de kosten die zij nu vordert geen ‘rechtstreekse schade’ als gevolg van het misdrijf is. Het verweer dat de schadeveroorzakende partij door tijdsverloop in zijn belangen is geschaad slaagt ook niet. Het gevorderde bedrag wordt toegewezen.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20-06-2024