Strafrecht. Vonnis inzake strafzaak met betrekking tot de moord op Peter R. de Vries. Aan de partner van De Vries wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding en € 20.000 aan shockschadevergoeding toegekend.

Strafrecht. Vonnis inzake strafzaak met betrekking tot de moord op Peter R. de Vries. Aan de partner van De Vries wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding en € 20.000 aan shockschadevergoeding toegekend.

Advocaat is niet schadeplichtig in verband met de wijze waarop hij zijn cliënt heeft bijgestaan bij het afwikkelen van de schade als gevolg van een bedrijfsongeval. Als veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat de advocaat een beroepsfout heeft gemaakt, dan heeft de cliënt onvoldoende aangevoerd waaruit volgt dat hij in een betere positie had verkeerd in de hypothetische situatie dat de advocaat de beroepsfout niet had gemaakt. Het causaal verband tussen de schade uit het bedrijfsongeval en de beroepsfout is volgens het hof niet vast komen te staan.

Strafrecht. Veroordeling van de Almelose kruisboogschutter voor twee keer doodslag, twee keer een poging tot doodslag en een bedreiging. Aan de nabestaanden van de slachtoffers dient de verdachte in totaal een schadevergoeding van bijna € 150.000 te betalen ten titel van onder andere affectieschade- en shockschadevergoedingen.

Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Aan de nabestaanden van het slachtoffer, te weten de moeder, de tante en de minderjarige dochter worden affectieschadevergoedingen toegekend. De tante van het overleden slachtoffer doet een geslaagd beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW.

Strafrecht. Schietincident met dodelijke afloop. Veroordeling voor medeplegen gekwalificeerde doodslag en een poging tot moord. Net als in eerste aanleg wijst het hof de gevorderde affectie- en shockschadevordering(en) toe aan de nabestaanden. Aan de partner van het overleden slachtoffer wordt een bedrag van € 30.000 aan shockschadevergoeding toegekend en € 20.000 aan affectieschadevergoeding. Aan de zoons van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend.

Deelgeschil. Verkeersongeval tussen twee automobilisten nadat de ene automobilist voorrang verleende aan een fietser en zijn weg vervolgde. De uitleg van de voorrangssituatie aan de hand van de RVV in samenhang met de uitleg van de feitelijke situatie leidt tot een schadeverdeling van 50%-50%. Nationale Nederlanden is dus 50% aansprakelijk voor de door de verzoekster geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval. Het gevorderde voorschot op de schade komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat de gestelde schade in het geheel niet is onderbouwd.

Aanrijding tussen twee personenauto’s bij een wegversmalling. In een eerdere deelgeschilprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat de bestuurder van de ene personenauto voor 50% aansprakelijk is voor de gevolgen van de aanrijding en de WAM-verzekeraar (Nationale Nederlanden) gehouden is tot vergoeding van 50% van de door de verzoekster geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade. Verzoekster overweegt om hiertegen hoger beroep in te stellen. Om de kansen van het hoger beroep in te kunnen schatten, wil verzoekster nader en beter inzicht verkrijgen in de toedracht van de aanrijding. Zij verzoekt in deze zaak dat de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor beveelt om enkele getuigen onder ede te horen. De rechtbank wijst dit gedeeltelijk verzoek toe.

Voorlopig deskundigenbericht in medische zaak. Vrouw van overleden gedetineerde verwijt de huisartsen in de penitentiaire inrichting dat op onjuiste gronden een afwachtend beleid is gevoerd ten aanzien van de zwelling in de oksel en de daarna gepresenteerde klachten. Na opname in het ziekenhuis bleek sprake te zijn van een melanoom en daarna is de man overleden. Met deze procedure wil de vrouw een inschatting krijgen van haar positie en proceskansen in een eventuele procedure om schadevergoeding te vorderen. De rechtbank wijst het verzoek toe en benoemt huisarts.

Militair raakt gewond bij een fietsongeval met een collega tijdens een sportles. De door hem ingeschakelde letselschadespecialist heeft verzuimd tijdig bezwaar te maken tegen het besluit tot afwijzing van de schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat de militair geen schade heeft geleden door de fout van de letselschadespecialist, omdat de claim van de militair tegen Defensie toch zou zijn afgewezen. Anders dan de rechtbank, wijst het hof de vordering tot schadevergoeding toe. Volgens het hof zou de militair gelijk hebben gekregen indien tijdig bezwaar was gemaakt. Het beroep op een vervaltermijn uit de algemene voorwaarden wordt verworpen, net als het beroep op verjaring. Als tijdig bezwaar zou zijn gemaakt, zou de aansprakelijkheid van Defensie (wegens de fout van een ondergeschikte) zijn vastgesteld, nu sprake was van een functioneel verband tussen het ongeval en de opgedragen taak. Geen sprake van eigen schuld.