Vrouw is betrokken geweest bij twee verkeersongevallen: een uit 2015 en een uit 2017. Als gevolg van die ongevallen stelt zij gezondheidsklachten te hebben ontwikkeld die haar onder meer beperken in haar mogelijkheden om arbeid te verrichten, en dat zij daardoor schade lijdt. De vrouw heeft op grond van artikel 6:162 BW diverse vorderingen ingesteld tegen Univé en Allianz. Partijen zijn het erover eens dat, hoewel Allianz als verzekeraar aansprakelijkheid heeft erkend voor het eerste ongeval en Univé voor het tweede ongeval, beide ongevallen voor de beoordeling die nu aan de orde is niet van elkaar zijn te scheiden en het geheel ondeelbaar is. Het hof zet het toepasselijke toetsingskader uiteen, bestaande uit vier stappen: is sprake van een plausibel klachtenpatroon, bestaat causaal verband tussen de klachten en de ongevallen, vloeien uit de gezondheidsklachten beperkingen voort en wat is de schadeomvang? Concluderend oordeelt het hof dat de vrouw kampt met gezondheidsklachten die het gevolg zijn van de haar overkomen ongevallen alsook dat deze voor haar beperkingen in haar functioneren en verdienvermogen meebrengen. Verwijzing naar schadestaatprocedure.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 21-05-2024