Zzp’er vordert verschillende schadeposten na een achteropaanrijding. Na een anonieme tip, inhoudende dat de zzp’er ‘de boel aan het oplichten is’ en andere signalen, wordt er door de verzekeraar van de (aansprakelijke) wederpartij naar de betrokkene een fraudeonderzoek/persoonlijk onderzoek uitgevoerd. De rechtbank komt tot het oordeel dat dit onderzoek onrechtmatig is uitgevoerd, nu de aanwijzingen voor daadwerkelijke fraude erg mager en bijzonder discutabel waren. Er is sprake van een ongerechtvaardigde en onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de zzp’er. De zzp’er heeft voorafgaand aan het ongeval gezondheidsklachten gehad, zowel lichamelijk als geestelijk. De verzekeraar van de wederpartij heeft geen deugdelijke alternatieve verklaring voor de huidige klachten aangevoerd. De conclusie is dat voldoende aannemelijk is dat sprake is van een csqn-verband tussen het ongeval en (het voortduren van) de gepresenteerde lichamelijke, cognitieve en psychische klachten. De rechtbank ziet met name vanwege de onrechtmatige ernstige inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de zzp’er aanleiding het smartengeld enigszins te verhogen. De rechtbank stelt het smartengeld vast op een bedrag van € 25.000. De gevorderde bedragen wegens verlies aan verdienvermogen zijn toewijsbaar, evenals de kosten voor huishoudelijke hulp en vergoeding van verlies van zelfwerkzaamheid.
Rechtbank Gelderland, 17-01-2024