Werkgever en werknemer, thans ex-echtgenote van de DGA, hebben indertijd een arbeidsovereenkomst opgemaakt in verband met een letselschadeprocedure. Werknemer vordert uit hoofde daarvan doorbetaling van loon tijdens het tweede ziektejaar. Het hof acht aannemelijk dat werknemer in een eerdere ziekteperiode ook in het tweede ziektejaar 100% loon kreeg doorbetaald bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en erop mocht vertrouwen dat in een tweede ziekteperiode, conform de arbeidsovereenkomst, ook 100% tijdens het tweede ziektejaar zou worden betaald. Na getuigenverhoor is niet komen vast te staan dat partijen een pensioenvoorziening met terugwerkende kracht hebben afgesproken. Die vordering wordt afgewezen.

Steekincident met letsel. Geen onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW omdat het trekken van het mes, zowel door de rechtbank als door het hof, wordt gekwalificeerd als noodweer.

Deelgeschil. Meningsverschil over het te hanteren uurtarief is dossieroverschrijdend en leent zich niet voor behandeling in deelgeschil. Een beslissing over de redelijkheid van het gehanteerde uurtarief helpt niet mee aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst ten behoeve van de letselschade.

Deelgeschil. Maaltijdbezorger krijgt verkeersongeval met scooter. Werkgever heeft niet voldaan aan haar zorgplicht, omdat zij geen adequate verzekering heeft afgesloten. Werknemer heeft voldoende aangetoond dat een behoorlijke verzekering met aanvaardbare premie kon worden afgesloten. Werkgever aansprakelijk op grond van artikel 7:611 BW.

Deelgeschil. Minderjarig meisje komt ten val terwijl zij wegrent voor een hond. Voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:179 BW is niet noodzakelijk dat schade is veroorzaakt door aanraking met het dier. Bezitter hond is aansprakelijk.

Benoeming deskundige na discussie. Zou Goudse de arbeidsongeschiktheidsverzekering met de verzekeringnemer niet hebben afgesloten, als zij van de ware medische stand van zaken van de aanvrager (gedaagde) op de hoogte zou zijn geweest? In een tussenvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat Goudse voorshands geslaagd is in het leveren van bewijs van die stelling, maar dat de verzekeringnemer tegenbewijs kan leveren. Partijen mogen zich uitlaten over benoeming verzekeringsarts.

Deelgeschil. Klant van Action krijgt een Boeddhabeeld op zijn hoofd door het toedoen van een andere klant die het beeld uit het bovenste schap pakt en stelt Action daarvoor aansprakelijk. De andere klant pakte het beeld uit het bovenste schap, terwijl de klant gehurkt onder dit schap zat. De andere klant had zich naar het oordeel van de rechtbank moeten realiseren dat het verstandig was geweest om te wachten met het pakken van het beeld. Action hoefde volgens de rechtbank geen rekening te houden met het onvoorzichtige gedrag van de klant, laat staan dat zij er rekening mee had moeten houden dat die klant het beeld zou laten vallen en wel precies op het hoofd van de klant. Action niet aansprakelijk.

Deelgeschil. Werkneemster stelt werkgever aansprakelijkheid na val op de werkvloer met een gebroken been tot gevolg. De rechtbank komt tot het oordeel dat het ongeval te wijten is aan een ongelukkige samenloop omstandigheden. De werkplek hield niet meer in dan een normaal risico volgens de RI&E. Volgens de rechtbank is rommel in beginsel een normaal risico dat aan het dagelijks leven verbonden is en doet zich ook voor in situaties buiten het werk, zodat de werkgever daar niet voor hoefde te waarschuwen. Daar komt bij dat de samenloop van omstandigheden zo onwaarschijnlijk is dat de werkgever in redelijkheid niet hoefde te verwachten dat het pakken van een bureaustoel tot een ongeval zou leiden. De werkgever heeft de werknemer niet blootgesteld aan een groter risico dan onder de gegeven omstandigheden verantwoord was.

Deelgeschil. Werknemer loopt tijdens een opdracht in Duitsland letsel op aan zijn rechterhand. De werknemer stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade. Het verzoek leent zich niet voor behandeling in de deelgeschilprocedure, nu de beantwoording van de rechtsvraag veel tijd in beslag zal nemen omdat uitvoerige bewijslevering nodig is. Partijen twisten over de toedracht van het ongeval, over de vraag welke werkzaamheden op het moment van het ongeval precies verricht werden, de vraag welke instructies de werkgever heeft gegeven, welke veiligheidsmaatregelen zijn getroffen enzovoort.

Deelgeschil. Vrouw is aangereden en stelt dat zij door het ongeval zowel materiële als immateriële schade heeft opgelopen. In het verzoekschrift is niet gesteld (en onderbouwd) dat sprake is van letsel bij de vrouw. De enkele vermelding dat zij door het ongeval materiële en immateriële schade heeft geleden is daarvoor onvoldoende. Verder volgt uit de stukken dat de vrouw op het schadeformulier de vraag of sprake is van letsel met ‘nee’ heeft beantwoord. Ook daaruit kan niet worden afgeleid dat sprake is van letsel. Dat sprake is van letsel is in eerdere correspondentie aan de verzekeraar ook niet gemeld, terwijl de verzekeraar daar bij brief uitdrukkelijk naar heeft gevraagd. Ook is ter zitting niet naar voren gebracht of sprake is van letsel en zo ja waaruit dat bestaat. De vrouw is niet-ontvankelijk in haar verzoek.