Zaak waarin Allianz van een door haar als WAM-verzekeraar bedongen verhaalsrecht uitoefent ter zake van de schade die het gevolg is van een verkeersongeval, waarbij een bedrijfsauto betrokken was. De bedrijfsauto werd bestuurd door de verzekerde, die achterop een personenauto (benadeelde) reed. De benadeelde reed zonder verlichting vanaf een tankstation de rijbaan op, waar op dat moment de verzekerde reed. Allianz is als WAM-verzekeraar van de bedrijfsauto aangesproken tot vergoeding van de schade. Allianz en de benadeelde hebben een minnelijke regeling getroffen. De eigenaar van de bedrijfsauto betwist het verhaalsrecht van Allianz, alsmede de hoogte daarvan. Allianz heeft de eigen schuld van de benadeelde nader onderbouwd en de rechtbank acht de invloed van het niet voeren van verlichting door de benadeelde beperkt. Hoewel op de uitgangspunten voor de begroting van de schadeposten mogelijk wat valt af te dingen, heeft Allianz de redelijkheid van het door haar uitgekeerde bedrag voldoende aangetoond volgens de rechtbank. De rechtbank komt tot het oordeel dat Allianz, rekening houdend met de goede en kwade kansen, in redelijkheid een minnelijke regeling kon sluiten voor € 11.500.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 06-12-2023