patiënte/Eye-Q-Vision B.V. en oogarts

In deze zaak gaat het om een oogarts die aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW vanwege onvoldoende nacontrole na een oogoperatie. De rechtbank grondt haar oordeel mede op een eerder tot stand gekomen deskundigenbericht. Er zijn tegen dit bericht geen zwaarwegende bezwaren.

Strafrecht. Veroordeling voor vrijheidsberoving en zware mishandeling. Vordering benadeelde partij wordt deels toegewezen (€ 3.000 aan immateriële schadevergoeding).

Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting van een 15-jarig slechthorend meisje. Gevorderde immateriële schadevergoeding (€ 10.000) wordt volledig toegewezen.

Onrechtmatig handelen door zonder medeweten eiser een radiostudio in te richten in Sudan, waardoor eiser zich genoodzaakt zag te vluchten naar Nederland. Causaal verband is niet vast komen te staan.

Strafrecht. In hoger beroep veroordeling voor mishandeling van zijn kinderen. Toewijzing van een deel van de gevorderde immateriële schadevergoeding (€ 1.500).

Socialezekerheidsrecht. De bezwaren die door appellante tegen het rapport van de onafhankelijke, door de Raad ingeschakelde deskundige naar voren zijn gebracht, zijn door haar besproken en zijn onvoldoende om de juistheid van de in het rapport neergelegde conclusie in twijfel te trekken. Terecht oordeel van de rechtbank dat de voor appellante geselecteerde functies passend zijn. Hoger beroep is gegrond wat betreft het aantal toegekende punten. De redelijke termijn is met twee jaar overschreden en is aan de bestuursrechter toe te rekenen. Schadevergoeding van in totaal € 2.000.

Toedracht verkeersongeval is niet vast komen te staan, nu getuigen elkaar tegenspreken en partijen een andere zienswijze hebben over de toedracht.

Deelgeschil waarin verzoeker een verklaring voor recht verzoekt voor aansprakelijkheid van dader voor geleden schade door een geweldsmisdrijf. Het verzoek wordt door de rechtbank afgewezen, omdat partijen niet in onderhandeling zijn en er dus niet is voldaan aan de voorwaarde voor een deelgeschilprocedure.

Medewerker bedrijf waar werd gewerkt met asbest stelt Staat aansprakelijk voor schade, nu hij onvoldoende toezicht heeft gehouden. Hoge Raad wijst het beroep af.

Socialezekerheidsrecht. Loongerelateerde WGA-uitkering. De rechtbank heeft de medische gronden die appellant eerder in bezwaar en in beroep tegen het bestreden besluit naar voren heeft gebracht terecht verworpen. Er zijn geen aanknopingspunten te vinden voor het standpunt van appellant dat met zijn medische beperkingen onvoldoende rekening is gehouden. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.