Vrouw is in een strafrechtelijke procedure veroordeeld voor mishandeling, omdat zij een man in zijn gezicht heeft geslagen. Het geldbedrag dat zij aan de man heeft betaald naar aanleiding van de opgelegde strafbeschikking, is volgens de man onvoldoende om zijn gehele schade te dekken. Schade aan kleding, verlies aan arbeidsinkomsten, eigen risico en immateriële schadevergoeding worden toegewezen. Het reeds betaalde bedrag wordt hierop in mindering gebracht.

(Deels) (on)voorwaardelijke schorsing advocaat. De Raad is van oordeel dat de advocaat de kernwaarden ‘deskundigheid’ en ‘onafhankelijkheid’ heeft geschonden en niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Hij heeft zich als een instrument door zijn cliënt laten gebruiken en een onhaalbare vordering, namelijk een smartengeldvordering van € 2.500.000, namens zijn cliënt ingesteld waarbij de grenzen van het betamelijke zijn overschreden. Tijdens de zitting is er geen inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen.

Strafrecht. Vergisontvoering. De partner van het slachtoffer voegt zich als benadeelde partij. De vrouw heeft de bewezen verklaarde gebeurtenissen zelf niet waargenomen, want zij was niet aanwezig bij de ontvoering. Wel is zij door de politie geïnformeerd over de gewelddadige ontvoering van haar man en heeft zij achteraf gehoord wat er allemaal met haar partner is gebeurd. Bij het weerzien van haar partner was het waarneembare fysieke letsel van beperkte aard. Naar het oordeel van de rechtbank valt dit niet onder een confrontatie die een hevige emotionele schok teweeg kan hebben gebracht.

Automobiliste niet geslaagd in het bewijs van haar stelling dat bijna-ongeluk geheel of gedeeltelijk is te wijten aan de schuld van een fietser. Automobiliste heeft alleen bewijs geleverd door zichzelf als getuige te laten horen. Er is geen noodzakelijk aanvullend bewijs ex artikel 162 lid 2 Rv geleverd. De verzekeraar van de automobilist is 100% aansprakelijk voor de geleden schade.

Schadestaatprocedure. Slachtoffer vordert vaststelling van de schade die hij heeft geleden als gevolg van mishandeling. Hof legt plausibiliteitstoets aan en schetst ook de leer van de ruime toerekening. Voor wat betreft het verlies van arbeidsvermogen is het hof van oordeel dat de arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer voor een derde deel kan worden toegerekend aan de mishandeling en voor twee derde deel aan lichamelijke klachten en beperkingen en andere (psychische) factoren. Inzake het smartengeld wordt overwogen dat er sinds 2010 meer aandacht is voor het leed van een letselschadeslachtoffer en het hof wijst € 6.600 toe.

Vliegtuig stort neer op de Maasvlakte met een piloot en drie passagiers aan boord. Bij dit ongeval raakt een 10-jarige jongen ernstig gewond. De eigenaar van de vliegschool is aansprakelijk ex artikel 6:162 BW. In deze procedure worden verschillende schadeposten gevorderd, waaronder de schadepost ‘gemiste bijbaan’, ‘toekomstige schade’ en ‘smartengeld’. De rechtbank laat zich uit over de hypothetische situatie zonder ongeval en wijst de schadeposten gedeeltelijk toe. Ten aanzien van de post ‘smartengeld’ bestaat er naar het oordeel van de rechtbank geen grond voor toekenning van extra smartengeld wegens stroperigheid van de schadeafwikkeling.

Deelgeschil. Voetganger raakt bij een verkeersongeval ernstig gewond. Partijen hebben overeenstemming bereikt over het laten verrichten van een psychiatrische expertise. De conclusie van de deskundige dat de man al een stoornis in het gebruik van alcohol had voor het ongeval, mist een deugdelijke toelichting en is niet logisch. Er zijn voldoende steekhoudende en zwaarwegende bezwaren geuit tegen de inhoud van het rapport. Het rapport biedt daarom onvoldoende basis voor de hierin opgenomen conclusies en partijen zijn er om die reden niet aan gebonden. Nieuwe expertise noodzakelijk.

Voorwaardelijke schorsing advocaat van twee weken vanwege onvoldoende deskundigheid en toch behandelen medische aansprakelijkheidszaak na delay (vertraging in het stellen van de juiste diagnose).

Gevallen tak valt op perceel van de bewoners door plakoksel. De tak heeft de auto, oprit en tuin geraakt. Bewoners stellen dat de gemeente – ondanks waarschuwingen - onvoldoende inspecties aan de boom heeft uitgevoerd en ten onrechte één veiligheids- c.q. voorzorgsmaatregel heeft genomen ter voorkoming van de schade. Toepassing van de Kelderluik-criteria en het Plakoksel-arrest. Zorgplicht overheden voor bomen. De rechtbank komt tot het oordeel dat de gemeente niet aansprakelijk is.

Verzoek tot het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen, nu de werkgever in deelgeschil (ECLI:NL:RBROT:2023:8926) aansprakelijk wordt geacht.