werknemer/Sligro Food Group Nederland B.V.

Werkgever niet aansprakelijk voor schade werknemer naar aanleiding van rugklachten op grond van artikel 7:658 BW, 7:611 BW dan wel 6:162 BW. Stellingen werknemer onvoldoende onderbouwd. Artikel 6:248 BW levert geen zelfstandige grondslag op voor het toekennen van een schadevergoeding.

Aanrijding tussen een lijnbus en een bestelbusje op een met verkeerslichten gereguleerde kruising met nek- en knieletsel tot gevolg. Wie is veroorzaker? Vordering vergoeding immateriële schade.

werknemer/Van Dijken Glas BV c.s.

Werkgeversaansprakelijkheid. Omkeringsregel. Werknemer heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zijn polsklachten daadwerkelijk kunnen zijn veroorzaakt door de arbeidsomstandigheden bij werkgever, althans is het verband tussen de polsklachten en de arbeidsomstandigheden te onzeker en te onbepaald.

Onrechtmatige daad. Aansprakelijkheid ouders voor onrechtmatige gedraging 14-jarige zoon (veroordeling wegens moord); artikel 6:169 lid 2 BW. Ontvankelijkheid ouders in hoger beroep; gebrek aan belang vanwege aansprakelijkheid als wettelijke vertegenwoordigers van hun zoon?

X/Vink Systemen B.V. c.s.

Geen aansprakelijkheid ex artikel 7:658 lid 4 BW. Geen schending van de zorgplicht. Alvorens inlener een verwijt kan worden gemaakt is vereist dat zij bekend is geworden met de ontstane onveilige situatie en desondanks onvoldoende maatregelen heeft genomen om die situatie op te heffen.

Transport Efficiency BV/werknemer

Gelet op het zwaarwegende belang dat een werknemer heeft bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering, mag van werkgever worden verwacht dat zij werknemer er expliciet op wijst dat door zijn detachering zijn verplichte deelname aan de Nederlandse werknemersverzekeringen zou komen te vervallen en hem dringend adviseert een vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering te sluiten.

Strafrecht. Slagende cassatieklacht over toewijzing schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f lid 1 Sr) óók over de kosten voor rechtsbijstand in eerste aanleg en hoger beroep. Kosten van rechtsbijstand zijn niet als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51f lid 1 Sv aan te merken en kunnen niet in aanmerking worden genomen bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Kosten van rechtsbijstand komen wel voor vergoeding in aanmerking op de voet van artikel 592a Sv, maar de strafrechter moet daarop afzonderlijk beslissen (zie ook artikel 361 lid 6 Sv). Bij de begroting van de kosten voor rechtsbijstand kan de strafrechter aansluiting zoeken bij het liquidatietarief dat in civiele zaken wordt gehanteerd. De rechter mag daarvan afwijken en de werkelijke kosten in aanmerking nemen. De rechter dient een dergelijke afwijking van het liquidatietarief wel te motiveren.

Tagayeva v. Rusland

Schending van artikel 2 EVRM. Terroristische aanslag op school in Beslan. De Russische staat heeft onvoldoende preventieve maatregelen getroffen en zonder absolute noodzaak dodelijk geweld gebruikt. Daarnaast is, zowel ten aanzien van het onderzoek als ten aanzien van de reddingsactie, sprake van tekortkomingen van de staat.

Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting en poging tot zware mishandeling. Het slachtoffer vordert vergoeding van materiële schade ad € 2332,85 (waaronder voor studievertraging) en immateriële schade ad € 7.000. De rechtbank wijst beide vorderingen integraal toe, daarbij overwegende dat de kosten voor het collegegeld en het causaal verband tussen het bewezen verklaarde en de studievertraging voldoende zijn onderbouwd.

Benoeming deskundige in een zaak over medische aansprakelijkheid van een ziekenhuis. Partijen twisten over de vraag of de deskundige de beschikking moet krijgen over een brief van een getuige. Daarnaast wordt de definitieve vraagstelling voor het deskundigenonderzoek vastgesteld.