Voorlopig deskundigenbericht. In appel is een procedure aanhangig tussen verzoeker en een buitenlandse verzekeraar in verband met een auto-ongeval, waarbij verzoeker letsel heeft opgelopen.

Vordering van zoon om het medisch dossier van zijn (overleden) vader in te mogen zien afgewezen. Belang van geheimhouding (artikel 7:457 BW) is van zodanig gewicht dat daarop slechts inbreuk kan worden gemaakt indien er voldoende concrete aanwijzingen bestaan dat een ander zwaarwegend belang geschaad zou kunnen worden.

Geen ruimte voor de afweging van individuele belangen of het rekening houden met re-integratie en arbeidsmarktfactoren bij de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deskundigenkosten ten behoeve van partijdeskundigenrapport (door de oorspronkelijke gedaagde in conventie/eiser in reconventie gemaakt) vallen niet onder artikel 6:96 lid 2 sub b BW (indien daarnaast geen - andere - wettelijke verplichting tot schadevergoeding bestaat) en evenmin onder de proceskosten (geen personenschade; burengeschil).

Strafrecht. Veroordeling voor diefstal met geweld. Toewijzing van vordering van het slachtoffer tot vergoeding van materiële schade tot een bedrag van € 3.300 (het weggenomen geldbedrag). Voorts toewijzing van € 1.500 aan immateriële schade. De rechtbank overweegt als volgt: 'Door de aanranding – waarbij de benadeelde partij in haar woning een (voorwerp gelijkend op een) wapen tegen haar hoofd gedrukt kreeg en haar handen, voeten en mond werden getapet met ducttape – is zij "anderszins" in haar persoon aangetast, doordat een vergaande inbreuk is gemaakt op haar persoonlijke integriteit.' Voor het overige kan het slachtoffer zich tot de burgerlijke rechter wenden.

Eiswijziging. Letselschade. Onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat meer schade is of zal worden geleden dan de reeds ontvangen vergoeding van de verzekeraar.

Strafrecht. Veroordeling voor woningoverval, vergezeld met geweld en bedreiging met geweld tegen de bewoner. Net als in eerste aanleg, krijgt het slachtoffer € 4.294,77 aan schadevergoeding toegewezen, bestaande uit € 2.544,77 voor materiële schade en € 1.750 voor immateriële schade.

Hoger beroep deelgeschilprocedure. Toepasselijk recht bij ongeval in Duitsland, waarbij Nederlandse passagier van Nederlandse auto gewond raakte. Artikel 4 en 28 Verordening Rome II en artikel 3, 4 en 11 Haags Verkeersongevallenverdrag: Duits recht toepasselijk.

Toekenning hogere schadevergoeding. Personen die op grond van de Coulanceregeling aanspraken zijn toegekend moeten op gelijke wijze worden behandeld als personen die wel binnen vijf jaar na vaststelling van PTSS een verzoek om vergoeding van smartengeld hebben gedaan.

Strafrecht. Veroordeling voor diefstal met geweld. Vergoeding aan slachtoffer van materiële schade (reiskosten, weggenomen geldbedrag, lampenkap, eigen risico ziektekostenverzekering, telefoon-/parkeerkosten, kosten voor reparatie van afdeklade, Samsung tablet (onder aftrek afschrijvingspercentage) en schade aan kleding en tapijt) voor een bedrag van € 1.232,70. In vordering tot vergoeding immateriële schade wordt het slachtoffer niet ontvankelijk verklaard. Weliswaar is in beginsel voldaan aan de vereisten van artikel 6:106 BW, aldus de rechtbank, maar er is nader onderzoek nodig naar het verband tussen het bewezenverklaarde en de gestelde schade. Een dergelijk onderzoek levert evenwel een onevenredige belasting op.