Verkeersongeval tussen voetgangster en automobilist. De voetgangster wordt geschept door de auto en loopt letsel op aan onder andere haar linkerbeen. In een eerder tussenvonnis is vastgesteld dat sprake is van blijvende invaliditeit van 5% op neurologisch terrein en 2% op orthopedisch terrein. In een daaropvolgend tussenvonnis is geoordeeld dat sprake is van psychische blijvende invaliditeit van 10%. De rechtbank neemt de conclusies van de arbeidsdeskundige over, onder andere inzake een kans van 20% dat zonder ongeval werk op ‘niveau 2’ zou zijn verricht, dat het slachtoffer zonder ongeval tot 67-jarige leeftijd zou hebben gewerkt en dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn voor uitval zonder ongeval. Benoeming van een financieel deskundige om de vraag te kunnen beantwoorden of, en zo ja hoeveel, vermogensschade wordt geleden. De rechtbank begroot het smartengeld op € 15.000, nu het ongeval zeer ingrijpende gevolgen heeft gehad en er sprake is van blijvende invaliditeit.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 23-03-2022