Letselschade. Wedstrijdpaard met één been door bruggetje gezakt. Aansprakelijkheid waterschap als beheerder bruggetje op grond van artikel 6:174 BW. Gedeeltelijk eigen schuld eigenaar paard, omdat zij niet met het paard in het betreffende gebied mocht komen.

Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling door het slachtoffer met een boksbeugel in het gezicht te slaan, leidend tot verlies van meerdere voortanden en een losgeslagen stuk kaakbot. Toewijzing schadevergoeding voor (deels toekomstige) tandartskosten (€ 3.182,93). De rechtbank verwerpt het verweer dat het slachtoffer niet aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan aangezien hij zich niet tegen deze kosten verzekerd had, aangezien daartoe geenszins een verplichting bestaat. Toewijzing van € 3.000 voor immateriële schade.

Strafrecht. Veroordeling van 70-jarige man voor poging tot doodslag op echtgenote. Zij vordert vergoeding van materiële schade (€ 4.135) - waaronder voor gederfde inkomsten - en immateriële schade (€ 6.074). Toewijzing van vergoeding voor immateriële schade ad € 5.000 en € 985 aan materiële schade. Ten aanzien van de post gederfde inkomsten wordt betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. De man heeft deze post betwist, stellende dat de vrouw deze inkomsten uit zijn krantenwijk hoe dan ook zou zijn verloren vanwege de relatiebreuk. Gelet op deze betwisting is bewijslevering vereist, maar daarvoor is - aldus de rechtbank - in dit strafgeding plaats.

Strafrecht. Uitspraak verwijzingshof na HR 4 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2241 (SR Updates 2016-0385). Veroordeling voor doodslag. Namens minderjarige zoon van het slachtoffer is vergoeding van smartengeld gevorderd. Het hof wees vordering toe tot het bedrag van € 25.000. Dit oordeel werd vernietigd wegens ontoereikende motivering, omdat concrete vaststellingen over de duur en intensiteit van het letsel en verwachtingen ten aanzien van herstel ontbraken. Mede aan de hand van het verweer van verdachte gaat het verwijzingshof alsnog uitgebreid in op deze aspecten en op de verhouding tot andere, enigszins vergelijkbare zaken. Het smartengeld wordt bijgesteld tot € 20.000.

Hof acht na deskundigenbericht niet bewezen dat de rug- en nekklachten van appellant het gevolg zijn van een incident in een schoolbus, waarbij appellant, als jongen van 11 jaar oud (in 2006), door een begeleider hardhandig de bus uit is gezet. Kosten deskundigenbericht komen wel voor rekening van geïntimeerden, nu sprake was van onrechtmatig handelen en daardoor enige schade is ontstaan, terwijl het deskundigenbericht noodzakelijk was om de omvang van de schade te kunnen begroten.

Strafrecht. Veroordeling voor betasting van een vrouw in het zwembad. Zij vordert vergoeding van materiële schade (€ 675,68) en immateriële schade (€ 2.000). De materiële schade wordt geheel toegewezen. De immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 750. Het verweer van verdachte dat het slachtoffer heftiger zou hebben gereageerd op het bewezenverklaarde feit dan een willekeurig ander persoon, vanwege een nare seksuele ervaring in het verleden, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. 'Hiervoor is van belang dat het bewezenverklaarde handelen nu eenmaal deze gevolgen voor aangeefster met zich heeft gebracht en verdachte ten tijde van zijn handelen wist dat aangeefster in het verleden een nare seksuele ervaring heeft gehad.'

Borstimplantaten uit minderwaardige industriesiliconen, gebrekkig medisch hulpmiddel; uitleg richtlijn 93/42 betreffende medische hulpmiddelen (beantwoording prejudiciële vragen door HvJ).

Het hof benoemt deskundigen ter beantwoording van de vraag of sprake is van een beroepsziekte als gevolg van de blootstelling van betrokkene aan oplosmiddelen.

Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting en vrijheidsberoving. Toewijzing vordering benadeelde partij voor een bedrag van € 593,85 aan materiële schade en € 8.750 aan immateriële schade.

Toedracht fietsongeval; tegenbewijsopdracht. Bestuurder van een fiets is tegen een hond gereden. De fietser is daarbij ten val gekomen, als gevolg waarvan hij lichamelijk letsel heeft opgelopen. De fietser is met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht en de politie heeft zijn fiets thuisgebracht, waarna hij vanaf het ongeval tot 2 juni 2014 geheel en tot 21 augustus 2014 gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geweest. Toedracht fietsongeval; bewijsvermoeden op basis politieregistratie dat het ongeval is veroorzaakt doordat de hond ten tijde van het ongeval losliep op het fietspad. Tegenbewijs zal worden toegelaten om dit bewijsvermoeden te ontkrachten.