Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag (ECLI:NL:GHARL:2017:1031) en openlijke geweldpleging (ECLI:NL:GHARL:2017:1033) bij een schietincident. In eerste aanleg kreeg het slachtoffer € 10.889,34 toegewezen. Daarvan bedroeg € 10.000 immateriële schadevergoeding, terwijl € 20.000 gevorderd was. Het overige zag op verlies van verdienvermogen. Het slachtoffer voegt zich in appel opnieuw en vordert € 22.761,64. Dit bedrag is inclusief een verhoging van de post verlies van verdienvermogen tot € 2.761,64. Het hof wijst een bedrag van € 20.889,34, bestaande uit het in eerste aanleg gevorderde bedrag voor verlies van verdienvermogen. Voor zover in appel een hoger bedrag is gevorderd, is het slachtoffer niet-ontvankelijk. Anders dan de rechtbank acht het hof een vergoeding van € 20.000 voor immateriële schadevergoeding wel toewijsbaar.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 13-02-2017