X, die een eigen schoonmaakbedrijf dreef, loopt bij een verkeersongeval letsel op. X wijst de door Aegon voorgestelde slotuitkering af en verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat de gevorderde intredesom van € 65.250 toewijsbaar is, welke nodig is om bij wijze van re-integratietraject toe te treden tot een besloten vennootschap van de broer van X. De rechtbank wijst het verzoek en de verzochte kostenveroordeling af wegens onvoldoende onderbouwing, en het feit dat X ‘had moeten voorzien dat het instellen van een deelgeschilprocedure onder de geldende omstandigheden en ongewisheden van het geval zowel materieel als in tijdsperspectief niet de geëigende procedure betreft’.
Rechtbank Overijssel, 15-06-2016