Strafrecht. Veroordeling doodslag in verkeerszaak, waarbij twee jongvolwassenen om het leven zijn gekomen. De naasten van het slachtoffer dat kort na het ongeluk in het ziekenhuis is overleden, voegen zich als benadeelde partij. Aan de vader van het slachtoffer wordt € 20.000 affectieschadevergoeding toegekend. De gevorderde shockschadevergoeding wijst het hof af, omdat onvoldoende onderscheid kan worden gemaakt tussen de geestelijke problematiek die (uitsluitend) het gevolg is van het verdriet omtrent het overlijden als gevolg van het strafbare feit (affectieschade) enerzijds, en de schade die (mogelijk) het gevolg is van de confrontatie met de ernstige gevolgen van het ongeval (shockschade) anderzijds. Aan de moeder van het slachtoffer wordt een bedrag van € 20.000 aan affectieschade- én shockschadevergoeding toegekend. Aan de zus wordt een shockschadevergoeding van € 20.000 toegekend. Zij heeft het slachtoffer kort na het ongeval in het ziekenhuis zeer ernstig gewond aangetroffen. Terwijl haar ouders in het buitenland verbleven en zo snel mogelijk probeerden terug te reizen, is zij opgehaald door de politie en is zij twee dagen in het ziekenhuis gebleven, terwijl het slachtoffer kunstmatig in leven werd gehouden.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 14-09-2023