Deelgeschil. Afwijzing verzoek. Letsel onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is nader onderzoek noodzakelijk voor de toedracht en de ernst van de aanrijding en het csqn-verband. Dat valt echter buiten het bestek van de deelgeschilprocedure.

Onrechtmatige overheidsdaad.

Onrechtmatige daad. Vechtpartij met mes. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van eiser in de zin van artikel 6:101 BW. Het staat vast dat hij gedaagde meerdere malen heeft geslagen en dat hij gedaagde achtervolgd heeft. Hij heeft kleding en een ketting van het lichaam van gedaagde getrokken. Omdat gedaagde gewapend was en eiser geraakt heeft met zijn mes en eiser ongewapend was, is de rechtbank van oordeel dat gedaagde een groter deel van de schade van eiser dient te dragen.

Onrechtmatige overheidsdaad; standrechtelijke executies Zuid-Sulawesi 1946-1947.

In dit deelgeschil is besloten dat in het onderhavige geval de eigenaar van het paard niet tevens bezitter is in de zin van artikel 6:179 BW.

De vaststelling van schade op grond van onrechtmatige daad, waarbij de benadeelde het bedrag aan eigen risico van zijn schadeverzekering vordert. De Hoge Raad oordeelt dat in dit geval de schade door de verzekeringsuitkering geheel is vergoed.

De rechtbank heeft een man die zich voordeed als politieagent en mensen opbelde met de boodschap dat een van hun familieleden om het leven was gekomen, veroordeeld wegens dwang en aan zijn slachtoffers smartengeld toegekend.

Eisers vorderen vergoeding van loonschade op grond van artikel 6:107a BW en kosten ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid. De rechtbank toetst of het inschakelen van rechtsbijstand en een externe financieel adviseur voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW.

De werkgever van de veroorzaker van een auto-ongeluk met letselschade tot gevolg wordt aansprakelijk gesteld. Een wijziging van eis wordt toegestaan en het Gerecht neemt aansprakelijkheid aan.

Eiser lijdt letselschade (peesletsel) door breuk van het glas in een klapdeur in school en spreekt de school aan op grond van artikel 6:174 BW en 6:162 BW. Eiser krijgt in dit tussenvonnis de opdracht te bewijzen dat de klapdeur niet was voorzien van veiligheidsglas.