Politieagent wordt tweemaal gediagnosticeerd met PTSS. De PTSS wordt erkend als beroepsziekte, maar een vergoeding inzake smartengeld wordt door de korpschef afgewezen in verband met verjaring. Korpschef heeft onvoldoende onderbouwd dat politieagent al voor haar tweede diagnose bekend was of had kunnen zijn met het feit dat haar PTSS-klachten tot (blijvende) schade hadden geleid. Voor wat betreft de eerste diagnose PTSS en de behandelingen daarvoor in 2010 was zij uitbehandeld en heeft zij tot 8 maart 2019 zonder aan PTSS gerelateerde klachten gefunctioneerd. Vordering niet verjaard.

Strafrecht. Doodslag. Verdachte heeft slachtoffer op ongeveer 1 meter afstand door het hoofd geschoten. Aan de moeder en de broer van het slachtoffer wordt een vergoeding voor affectieschade toegekend. Toepassing hardheidsclausule. De broers woonden tot drie jaar geleden in gezinsverband samen en zagen elkaar daarna nog dagelijks. Broer vervulde van jongs af aan een vaderrol voor het slachtoffer. Daarnaast wordt aan de moeder en de broer tevens een vergoeding van shockschade toegekend.

Strafrecht. Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. Zus van slachtoffer wordt niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van de vordering tot een shockschadevergoeding. Onvoldoende vast staat dat psychische klachten alleen het gevolg zijn van de confrontatie met haar broer in het ziekenhuis, en niet ook van de mishandeling zelf en de ernstige gevolgen daarvan.

Conclusie A-G Hartlief. Verzekeringsrecht. Verzekeraar gehouden tot bieden van dekking in verband met een ongeval tijdens een georganiseerde bosrit met paarden? Niet voldaan aan 'verhuurclausule'. Onderscheid tussen primaire dekkingsomschrijving en preventieve garantievoorwaarde en de ruimte voor toepassing van artikel 6:248 lid 2 BW bij ontbreken causaal verband tussen schending van polisvoorwaarde en intreden verzekerd risico. In onderhavige zaak heeft het hof volgens Hartlief ontoereikend gemotiveerd dat sprake was van een preventieve garantievoorwaarde. Mocht wel sprake zijn van een preventieve garantievoorwaarde, dan heeft het hof ontoereikend gemotiveerd dat het beroep op deze voorwaarde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Speedboot komt in aanvaring met een sloep. Twee van de drie inzittenden komen om het leven. De schipper van de speedboot is strafrechtelijk veroordeeld. Het slachtoffer vordert civiel een vergoeding voor inkomensschade. In eerste aanleg worden de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard wegens verjaring. Hiertegen gaat het slachtoffer in hoger beroep. Samenloop artikel 8:1793 BW en artikel 3:310 lid 4 BW. In dit geval is er een keuzemogelijkheid voor het slachtoffer. Vordering niet verjaard, verzoek wordt toegewezen. Verwijzing naar schadestaatprocedure.

Deelgeschil. Eenzijdig dodelijk verkeersongeval. Op de plaats van het ongeval was de rijbaan een dag eerder voorzien van (een toplaag) split. Echtgenoot stelt de gemeente aansprakelijk. Gemeente had waarschuwingsborden voor opspattende stenen en slipgevaar geplaatst. Volgens de echtgenoot had hier ook een 30 km/uur-bord bij geplaatst moeten worden. Volgens de rechtbank hielden de geplaatste borden een voldoende waarschuwing in en impliceerden deze dat de snelheid gematigd moest worden. Er is geen sprake van een gebrekkige opstal. Het niet plaatsen van een 30 km/uur-bord, terwijl deze wel in het bestek van de wegwerkzaamheden wordt genoemd, brengt niet mee dat sprake is van een voor de gemeente geldende veiligheidsnorm. Gemeente heeft niet haar zorgplicht als wegbeheerder en/of een veiligheidsnorm geschonden. Geen aansprakelijkheid.

Deelgeschil. Verkeersongeval. Partijen zijn gebonden aan het door een neuroloog op gezamenlijk verzoek uitgebrachte rapport. Onvolledigheid van het rapport is geen reden om dit niet te gebruiken. Dit gebrek kan worden geheeld met een aanvullend rapport. Causaliteit tussen klachten en ongeval staat (nog) niet vast. Verzoek tot aanvullend voorschot op schadevergoeding wordt afgewezen.

Strafrecht. Moord. Aan de moeder van het slachtoffer wordt een vergoeding van € 20.000 aan affectieschade toegekend. De vordering tot vergoeding van shockschade van de moeder wegens het horen van een audiofragment en het zien van een foto wordt niet-ontvankelijk verklaard. Het horen van een geluidsfragment kan niet worden aangemerkt als een directe of een latere (onverhoedse) confrontatie met de ernstige gevolgen van de moord. Het deel van de vordering over de confrontatie met de foto van haar zoon is niet voldoende onderbouwd. De zus van het slachtoffer is kort na de schietpartij, in het ziekenhuis geconfronteerd met het levenloze lichaam van haar broer. Aan de zus wordt een shockschadevergoeding van € 25.000 toegekend.

Vier vriendinnen krijgen een rondvaart op een door een gemotoriseerd vaartuig voortgesleept luchtkussen. Tijdens de rondvaart komt het luchtkussen in botsing met een ander vaartuig. Een van de vriendinnen raakt bewusteloos te water en loopt meerdere breuken op. Vordering is niet verjaard. De eigenaar van het schip die de rondvaart verzorgde is aansprakelijk voor de door het meisje geleden en nog te lijden schade. Niet voldoende gemotiveerd waarom kapitein persoonlijk aansprakelijk zou zijn naast de 'schuld van het schip'.

Deelgeschil. Voetganger wordt aangereden door een motorvoertuig. Verzoek betreft een bevel tot medewerking aan een deskundigenonderzoek door revalidatiearts en verzekeringsarts. Verzoek wordt afgewezen. De verplichte medewerking aan een onderzoek door een partijdeskundige draagt niet voldoende bij aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.