Strafrecht. Schietpartij op zorgboerderij. Veroordeling voor drie moorden, twee pogingen tot moord, twee bedreigingen en vuurwapenbezit. In het strafproces vorderen 37 partijen (slachtoffers en nabestaanden en getuige) een schadevergoeding van de verdachte. Zij vorderen onder andere vergoeding van affectieschade en shockschade. Het merendeel van de vorderingen wordt toegewezen.

Uitzendkracht werkt voor de gemeente als dierenverzorger op een kinderboerderij. De uitzendkracht heeft gedurende langere tijd seksueel misbruik gemaakt van een destijds 11-jarig jongetje. In ruil hiervoor heeft hij het jongetje zwaar, illegaal vuurwerk gegeven. Het jongetje loopt door een explosie van dit illegale vuurwerk zwaar letsel op. Ouders van het jongetje hebben de gemeente aansprakelijk gesteld. De gemeente is zonder aansprakelijkheid te erkennen, met de ouders een VSO overeengekomen en heeft de schade vergoed. De gemeente heeft daarna het uitzendbureau en de uitzendkracht aansprakelijk gesteld. De rechtbank heeft de vorderingen jegens de uitzendkracht toegewezen. De vordering tegen het uitzendbureau wordt afgewezen wegens een gebrek aan functioneel verband ex artikel 6:170 BW. Volgens het hof is echter wél voldaan aan de voorwaarden voor het bestaan van functioneel verband uit artikel 6:170 BW. Het uitzendbureau is op grond van de algemene inkoopvoorwaarde gehouden de gemeente te vrijwaren voor de aanspraken van het jongetje en zijn ouders. Een beroep op het vrijwaringsbeding is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Verzekerde heeft mededelingsplicht geschonden. Verzekeraar had bij kennis van ware stand van zaken de verzekering niet afgesloten. De verzekeraar mag de verzekering opzeggen en de betaalde werkeloosheidsuitkering moet worden terugbetaald.

Man loopt letsel op bij verkeersongeval. Partijen hebben gezamenlijk een neurologische expertise laten uitvoeren. De rechtbank heeft vervolgens een verzekeringsgeneeskundige expertise gelast. De man heeft daarna de rechtbank verzocht (opnieuw) een voorlopig deskundigenbericht te gelasten met benoeming van een verzekeringsarts, omdat hij het niet eens is met het eerdere rapport van de verzekeringsarts. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen wegens strijd met de goede procesorde. Het hof laat dit oordeel in stand, omdat niet kan worden vastgesteld dat er voldoende zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen het deskundigenbericht bestaan.

Bewoner van gesloten inrichting loopt letsel op tijdens voetbalwedstrijd met medebewoners. Door de inrichting is onzorgvuldig gehandeld in de zorg die zij heeft verleend direct na het ongeval. Bewoner heeft twee uur moeten wachten totdat hij in een personenauto naar het ziekenhuis werd gebracht. Hierdoor heeft bewoner onnodig lang pijn geleden. Inrichting is aansprakelijk voor dit tekortschieten.

Barman wordt strafrechtelijk veroordeeld voor poging tot zware mishandeling van klant, maar er volgt ontslag van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op noodweer(exces). In het civiele recht neemt de schulduitsluitingsgrond noodweerexces de toerekenbaarheid van de daad aan de dader weg. De barman is dan ook niet aansprakelijk.

Verzekerde is in hoofdzaak aangesproken wegens schending mededelingsplicht. Vrijwaringszaak tussen verzekerde en tussenpersoon. Assurantietussenpersoon niet aansprakelijk. Van de tussenpersoon kan niet worden verwacht dat zij een acceptatiebeoordeling en risicoselectie maakt en vervolgens controleert of een verzekeraar dezelfde beoordeling maakt.

Verzekeraar vordert verstrekte uitkering arbeidsongeschiktheidsverzekering terug. Verzekerde heeft zijn mededelingsplicht geschonden, maar heeft niet de opzet gehad de verzekeraar te misleiden. De rechtbank acht de verzekeraar voorshands geslaagd in het bewijs dat een redelijk handelend verzekeraar de overeenkomst niet had gesloten bij de ware stand van zaken. Verzekerde wordt toegelaten tot tegenbewijs.

Uitzendkracht komt ten val over pallet. Uitzendkracht was gewezen op de locatie van de pallet. Uit getuigenverklaringen blijkt dat de pallet nooit in het looppad en altijd op dezelfde plek ligt. Werkgever is niet aansprakelijk ex artikel 7:658 BW.

Werknemer valt, na afloop van haar dienst, van trap. Niet is vast komen te staan dat het licht uit was en anders had werknemer het licht zelf weer aan kunnen doen. Bovendien ging het om een brede, vaste trap met gelijke treden en leuning. Werkgever had niet meer maatregelen kunnen nemen. Werkgever is niet aansprakelijk.