Huurder huurt bovenetage met gaskachel, waarvan op enig moment de rookgasafvoer blijkt te lekken en koolmonoxide is vrijgekomen. Volgens het hof is de verhuurder aansprakelijk voor de schade, maar of de gezondheidsproblemen van de huurder hierdoor zijn veroorzaakt staat (nog) niet vast. De huurder moet zijn volledige medische dossier overleggen, zodat het hof over het causale verband tussen de koolmonoxideblootstelling en de klachten kan oordelen.

Vergoeding belangenbehartiger letselschadezaak. Belangenbehartiger moet de bedragen die zij heeft ontvangen van de verzekeraar van de aansprakelijke partij ten behoeve van de cliënt doorbetalen. Belangenbehartiger heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat de in redelijkheid vastgestelde buitengerechtelijke kosten reeds door de verzekeraar van de aansprakelijke partij aan de belangenbehartiger zijn vergoed. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de ingangsdatum van de wettelijke rente.

Man werkt lange tijd (onbeschermd) met chroom-6 en vordert een aanvullende immateriële schadevergoeding ex artikel 6:106 lid 1 sub b BW, nadat hij op grond van de Regeling uitkering chroom-6 Defensie reeds een vergoeding van € 5.000 voor immateriële schade heeft ontvangen. De rechtbank is van oordeel dat de bevindingen uit het RIVM-onderzoek onvoldoende basis bieden voor de conclusie dat de man een significant extra risico loopt op het krijgen van een ziekte die volgens het RIVM een gevolg kan zijn van de blootstelling aan chroom-6. Hij had zijn boosheid, frustratie en onbehagen die hij ervaart als gevolg van het handelen van de werkgever nader moeten concretiseren en onderbouwen.

Strafrecht. 20-jarige jongen doodgestoken tijdens studentenfeest. Veroordeling voor doodslag. Aan de moeder en zus van het overleden slachtoffer wordt respectievelijk een bedrag van € 20.000 en € 17.500 aan shockschadevergoeding toegekend. Ook wordt aan de ouders een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding toegekend en de zussen en broer doen een geslaagd beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW.

Strafrecht. Veroordeling voor het plegen van brandstichting met de dood ten gevolge hebbend. Aan de zus van het overleden slachtoffer wordt een bedrag van € 30.000 aan shockschadevergoeding toegekend. De confrontatie met haar broer onder het roet aan de slangen in het ziekenhuis, zijn stuiptrekkende lichaam, de schokkende kreten uit zijn keel en uiteindelijk de dood, maakt dat zij ernstig is geschokt.

Strafrecht. Veroordeling wegens doodslag op baby. Aan de moeder, oma en oom van de baby wordt elk een bedrag van € 25.000 aan shockschadevergoeding toegekend. Zij waren ooggetuigen van de directe gevolgen van de doodslag en zijn daarnaast geconfronteerd met het gruwelijke beeld van de (klein)dochter/het nichtje. Aan de moeder van de baby wordt een bedrag van € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend. Beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW door de oma en de oom slaagt niet.

Gecombineerd verzoek deelgeschil en voorlopig deskundigenonderzoek. Verkeersongeval tussen bestuurder van bedrijfsbus en vrachtwagen, doordat de bestuurder van de vrachtwagen bij een verkeerslicht achterop de bedrijfsbus is gereden. Onvoldoende duidelijkheid over causaal verband tussen het ongeval en de whiplashachtige klachten. Verzoek in deelgeschil afgewezen, nu nadere bewijslevering noodzakelijk is. Benoeming van neuroloog en MDL-arts. Verzekeraar betaalt het voorschot van beide deskundigen.

Beroepsfout advocaat in letselschadezaak met whiplashklachten? Het hof is, net als de rechtbank, van oordeel dat de ten tijde van de hoofd- en schadestaatprocedures bekende gegevens betreffende de fysieke en psychische gesteldheid van de man geen aanleiding voor de advocaat hoefden te zijn om andere concrete schadeposten te veronderstellen dan die ter zake van verlies van verdienvermogen. Ook kan de advocaat geen beroepsfout worden verweten betreffende de gang van zaken tijdens het opstellen van een deskundigenrapport. Bekrachtiging vonnis rechtbank.

Eigenaar van motorfiets stelt de gemeente aansprakelijk voor de schade als gevolg van een val door losliggend split op de weg. Volgens de rechtbank is de gemeente niet aansprakelijk voor de schade, nu er voldoende is gewaarschuwd door plaatsing van waarschuwingsborden ‘losliggende stenen/opspattend grind’ en ‘slipgevaar’ op een voldoende zichtbare plek. Het daarnaast plaatsen van een bord met een adviessnelheid kon daarom ook achterwege blijven zonder dat daardoor aan de weg een gebrek zou gaan kleven.

Huurder valt door het trapgat van de zolder, met letsel tot gevolg. Zowel de verhuurder als de aansprakelijkheidsverzekeraar van de verhuurder zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de geleden schade. Ondanks de eventuele eigen schuld van de huurder (het afdalen van de vlizotrap met een dekbed omgeslagen) blijft de vergoedingsplicht van de verhuurder volledig in stand. De mogelijke fout van de huurder staat in schril contrast tot de ernstige normschending van de verhuurder, namelijk dat de trap niet voldoet aan de in het Bouwbesluit 2012 gestelde eisen. Daarnaast is sprake van ernstig schedel-/hersenletsel.