Op grond van het strafvonnis staat weliswaar vast dat de dader jegens het slachtoffer onrechtmatig heeft gehandeld en hem zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door hem in de voet te schieten, maar de aansprakelijkheid werd buitengerechtelijk door dader niet erkend. Daarom heeft slachtoffer belang bij de gevraagde verklaring voor recht. Rechtbank wijst verklaring voor recht dat dader onrechtmatig heeft gehandeld toe. Nu volgens het slachtoffer nog geen sprake is van een medische eindsituatie en de medische informatie in het dossier beperkt is, is de rechtbank niet in staat om de schade te begroten. Verwijzing schadestaatprocedure.

Deelgeschil. Aanrijding tussen scooter en automobilist. Ongeveer een jaar later raakt de scooterrijder opnieuw tweemaal betrokken bij een verkeersongeval als ten eerste inzittende van een auto en ten tweede als bestuurder van de scooter. Op basis van de medische stukken kan volgens de rechtbank geen causaal verband worden aangenomen tussen de gestelde en de eerste aanrijding. Geen grond voor toewijzing voorschot aan verzoeker. Dat causaal verband niet kan worden aangenomen staat niet in de weg aan toewijzing van buitengerechtelijke kosten. Ook kosten deelgeschil worden toegewezen nu deze redelijk zijn en het deelgeschil niet volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Zelfstandig tegenverzoek verzekeraar om voor recht te verklaren dat de verzekeraar voldaan heeft aan verplichtingen jegens verzoeker afgewezen. Dat er op dit moment geen aanleiding is om aanvullend voorschot toe te wijzen betekent niet dat verzekeraar niets meer verschuldigd is.

Vrijwaringsprocedure. Beveiliger komt tijdens feest op Koningsdag ten val bij een poging om een dronken feestvierder van het podium te verwijderen, als gevolg waarvan hij letsel oploopt. In de hoofdzaak zijn het beveiligingsbedrijf (werkgever) en het zalencentrum (inlener) hoofdelijk aansprakelijk jegens de werknemer van het beveiligingsbedrijf. In de vrijwaringsprocedure oordeelt het hof dat de werkgever en de inlener in gelijke mate betrokken zijn bij de zorgplichtschending betreffende het ontbreken van een adequate risicoanalyse ten aanzien van de bezoekers op het podium. De inlener was wel, maar de werkgever slechts in beperkte mate betrokken bij de zorgplichtschending betreffende het ontbreken van een veiligheidssluis. Het hof komt tot op basis van de causale verdeling tot de conclusie dat in de onderlinge verhouding 2/3 van de schade voor rekening komt van de inlener en 1/3 voor rekening van de werkgever. Geen billijkheidscorrectie.

(Seksuele) intimidatie op de werkvloer. Ernstige verwijtbaarheid van de werkgever, nu er onvoldoende voor veilige arbeidsomstandigheden is gezorgd. Schending materiële zorgplicht ex artikel 7:658 BW. Aan de vrouw wordt een bedrag van € 4.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend. Als gevolg van de (seksuele) intimidatie heeft zij PTSS-klachten opgelopen en is zij arbeidsongeschikt geraakt.

Artikel 81 lid 1 RO. Letselschade ten gevolge van val door (enkel)glas van voordeur woning. Verhuurder is niet aansprakelijk op grond van artikel 6:174 BW of artikel 6:162 BW. Toepassing Kelderluik-factoren. Het bestaan van een NEN-norm over veiligheidsbeglazing in gebouwen is factor die bij de beoordeling moet worden betrokken maar is in deze zaak niet van doorslaggevend belang.

Man brengt echtgenote om het leven. Het strafbare feit doodslag wordt bewezen verklaard, maar de man is niet strafbaar wegens ontoerekeningsvatbaarheid en wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. In het licht van artikel 8 EVRM en gezien de bijzondere omstandigheden is het hof van oordeel dat bij toepassing van artikel 4:3 lid 1 sub a BW de eis van een strafrechtelijke veroordeling buiten toepassing moet blijven. De man is onwaardig om uit de nalatenschap voordeel te trekken.

Strafrecht. Veroordeling voor doodslag en poging doodslag, door het schieten met een vuurwapen op het bovenlichaam van het slachtoffer. De kogel heeft daarnaast nog iemand geraakt die hierbij gewond is geraakt. Aan de partner en ouders van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van € 15.000 aan shockschadevergoeding toegekend. De rechtbank wijst de door de deskundige berekende overlijdensschade wegens gederfd levensonderhoud toe aan de partner. Aan de twee zussen van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van € 10.000 aan shockschadevergoeding toegekend.

Aanrijding tussen motor en auto, als gevolg waarvan de motorrijder letsel heeft opgelopen. De SVI-verzekeraar is niet gehouden de door de motorrijder gevorderde buitengerechtelijke kosten (advocaatkosten) te vergoeden, nu hij zelf besloten heeft niet zijn rechtsbijstandsverzekeraar in te schakelen, maar een advocaat.

Aanrijding tussen auto en voetganger. Verjaring. Het ingediende verzoekschrift tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor kan niet worden aangemerkt als een stuitingshandeling. De vordering van de inmiddels overleden voetganger op de automobilist en diens verzekeraar is verjaard.

Vrouw komt in het naastgelegen appartement ten val en belandt in ondergelegen kruipruimte met letsel tot gevolg nadat zij de schade van de gemene muur in het appartement wil gaan bekijken. De rechtbank is van oordeel dat het valgevaar in het appartement aanstonds kenbaar is. Daarbij komt dat de renovatiewerkzaamheden in het appartement van haar buren nog volop in uitvoering waren. Het aannemingsbedrijf hoefde de vrouw niet te waarschuwen voor de niet beloopbare vloer en hoefde haar niet van beschermingsmiddelen te voorzien. Het aannemingsbedrijf is niet aansprakelijk ex artikel 6:162 BW.