Naar boven ↑

Update

Nummer 18, 2018
Uitspraken van 01-05-2018 tot 08-05-2018
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Annotaties
Graag wijzen wij u op de volgende verschenen annotatie.

Annotatie mr. Y. (Yoni) Bosschaart: Moet de deelgeschilrechter beslissen wanneer beide partijen dat verzoeken?
De Rechtbank Noord-Holland heeft op 21 juli 2016 (PS 2018-0128) uitspraak gedaan in een zaak aangaande verkeersaansprakelijkheid, waarin een deelgeschil aanhangig was gemaakt, terwijl de toedracht van het ongeval tussen partijen in geschil was. Hoewel ter zitting aan de orde was gekomen dat nader bewijs noodzakelijk was en dat de zaak zich om die reden niet leende voor een beslissing in een deelgeschil, hebben partijen de rechtbank verzocht toch te beslissen op het verzoek. De rechtbank heeft aan dat verzoek gehoor gegeven. In deze annotatie staat de vraag centraal of de rechtbank het verzoek om te beslissen in de deelgeschilprocedure had kunnen en moeten afwijzen.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Eindbeschikking in deelgeschil: man overleden als gevolg van hondenbeet, 85 procent eigen schuld en voor overige 15 procent werkgever aansprakelijk. Billijkheidscorrectie leidt tot andere verdeling: 35 procent komt voor rekening werkgever.
Een man is gedurende zijn werkgerelateerde verblijf in het buitenland gebeten door een hond, als gevolg waarvan bij hem rabis is ontstaan, aan de gevolgen daarvan is hij overleden. Verzoekster stelt de werkgever (HE) en diens verzekeraar (NN) aansprakelijk voor de door haar als gevolg van het overlijden van de man geleden schade. Vast staat inmiddels dat HE aansprakelijk is voor de uit de hondenbeet voortgekomen schade.
In dit deelgeschil (PS 2018-0399) draait het voornamelijk nog om de vraag of sprake is van eigen schuld aan de zijde van de man. De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van de overlevingskansen binnen 48 uur, maar ook daarna, alsmede de mogelijkheden die de man had om binnen dit tijdsbestek van 48 uur, maar ook daarna, de juiste medische hulp te krijgen, gaat de kantonrechter ervan uit dat de man voor 85 procent aan het ontstaan van de schade heeft bijgedragen. De uiteenlopende ernst van de door HE en de man gemaakte fouten, noopt echter naar het oordeel van de kantonrechter op grond van billijkheid tot een andere verdeling van de schade dan 15/85. Het is immers moeilijk voorstelbaar dat de man, toen hij besloot om niet direct naar de dokter te gaan, daadwerkelijk besefte dat dit zou leiden tot zijn (zeer spoedig) overlijden. De kantonrechter ziet daarom reden om de verdeling tussen HE en verzoekster naar billijkheid te corrigeren naar 35/65, zodat HE 35 procent van de schade als gevolg van het overlijden van de man dient te vergoeden.

Kantonrechter: advocaat niet aansprakelijk voor uitbetaling voorschotten door verzekeraar op verkeerde bankrekening.
Eiser heeft als gevolg van een verkeersongeval letselschade geleden, waarvoor Delta Lloyd aansprakelijkheid heeft erkend. Eiser is juridisch bijgestaan door gedaagde (advocaat). Delta Lloyd heeft bij de afwikkeling van de schade bedragen overgemaakt op het oude bankrekeningnummer van eiser, dat toen al niet meer aan eiser toebehoorde. Eiser heeft deze bedragen (voorschotten) dus nooit ontvangen; wel heeft hij een einduitkering ontvangen. In deze procedure draait het om het antwoord op de vraag of eiser vanwege die niet-ontvangen voorschotten aanspraak heeft op schadevergoeding (op grond van wanprestatie dan wel onrechtmatige daad) van gedaagde. De kantonrechter (PS 2018-0389) beantwoordt die vraag ontkennend. Er valt naar het oordeel van de kantonrechter wel wat aan te merken op de zorgvuldigheid in de dienstverlening die gedaagde jegens zijn clint heeft betracht, maar of gedaagde daarmee onrechtmatig heeft gehandeld of wanprestatie heeft gepleegd, kan naar het oordeel van de kantonrechter in het midden blijven. De kantonrechter overweegt hiertoe ten eerste dat gedaagde voor eiser een gunstig resultaat heeft bereikt en dat alle reeds ontvangen voorschotten bij de slotuitkering van het totaalbedrag zouden worden afgetrokken, wat betekent dat de slotuitkering lager was geweest als eiser de misgelopen voorschotten wl had ontvangen. Eiser heeft dus geen schade geleden als gevolg van de misgelopen voorschotten. Ten tweede heeft eiser een aantal jaar geleden een vaststellingsovereenkomst getekend en daarmee is hij niet alleen jegens Delta Lloyd, maar ook jegens gedaagde akkoord gegaan met dit definitieve resultaat.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

A.T. Marseille K.J. de Graaf, Aarbevingsschadevergoedingsprocedures van privaat naar publiek, Overheid en Aansprakelijkheid 2018/2, afl. 2.

J. van Dunn, Gaswinning in Groningen, een drama in vele bedrijven. En dan nu: het Besluit mijnbouwschade Groningen van 31 januari 2018, Nederlands Juristenblad 2018/821, afl. 17.

E.M. Hogeveen, annotatie bij Hoge Raad 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536 [Arbeidsrechtelijke omkeringsregel bij asbestziekte mesothelioom.], Jurisprudentie Arbeidsrecht 2018/111, afl. 6.

J. Leegemaate, annotatie bij Hoge Raad 1 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3053 [Elektronisch patintendossier (Doorstartmodel) gebaseerd op toestemming van patint. Verwerking persoonsgegevens. Art. 8 Wbp. Uitwisseling van medische gegevens in strijd met het recht op privacy (art. 8 EVRM) en medisch beroepsgeheim (art. 7:457 BW)?], Nederlandse Jurisprudentie 2018/166, afl. 17.

Hof

Rechtbank

Antillen