Naar boven ↑

Update

Nummer 30, 2020
Uitspraken van 22-07-2020 tot 03-08-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.


Annotatie
Wegbeheerdersaansprakelijkheid (artikel 6:174 BW) – CROW-richtlijnen doorslaggevend?
Op 8 februari 2011 fietst eiser in deze zaak tegen een rood-wit verkeerspaaltje aan. Eiser gebruikt de CROW-richtlijnen om invulling te geven aan de eisen die in alle redelijkheid aan (de weginrichting rondom) het paaltje mochten worden gesteld. Rechtbank Oost-Brabant hecht waarde aan de CROW-richtlijnen. De rechtbank komt tot de conclusie dat (de weginrichting rondom) het paaltje niet voldeed aan de eisen die men daaraan mocht stellen. Annotatie van Berkan Akdikan bij Rechtbank Oost-Brabant 1 april 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1890, PS 2020-0261, waarin hij ingaat op de rol van de CROW-richtlijnen in deze uitspraak.


Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd zijn o.a.:
CBS: tot twee keer meer coronadoden dan geregistreerd
Kabinetsreactie op het advies van de commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten
Veranderingen na ziekmelding werknemer met no-riskpolis


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

W.J. Veraart, ‘Rechtsherstel als moreel design. Enkele kritische opmerkingen bij de Uitkeringsregeling NS voor vervolgingsslachtoffers’, O&A 2020/26, afl. 2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
Eind november 2018 hebben Salo Muller, overlevende van de Holocaust, en president-directeur Van Boxtel van de Nederlandse Spoorwegen gezamenlijk besloten een commissie in te stellen die verantwoordelijk wordt voor de toekenning van individuele tegemoetkomingen aan overlevenden en directe nabestaanden van diegenen die door de NS zijn vervoerd naar concentratie- of vernietigingskampen. Op 1 augustus 2019 werd het Uitkeringsreglement Stichting Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS gepubliceerd. In hoeverre zal deze regeling voor ‘gerechtigheid’ zorgen? Die vraag staat in deze bijdrage centraal, waarbij de auteur ook betrekt hoe deze kwestie in Frankrijk is opgelost.

R. Rijnhout, ‘Van bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen en beyond’, VR 2020/125, afl. 7/8. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In 1995 besteedde de LSA aandacht aan het thema ‘Bijzonder letsel, Aansprakelijkheid voor psychisch letsel en psychosomatische gevolgen van letsel’. Inmiddels zijn wij 25 jaar verder en kunnen wij constateren dat er veel is veranderd ten aanzien van causaliteit in de vestigingsfase, bijvoorbeeld door de aanvaarding van proportionele aansprakelijkheid. De gedachte dat de schending van een verkeers- of veiligheidsnorm ook de toerekening aan de gedaagde van de gevolgen buiten de lijn der verwachting rechtvaardigt, geldt echter onverkort. Over deze thema’s sprak Kolder tijdens het LSA Congres en blijven dus hier onbehandeld. Een thema dat nog onbesproken, maar wel doorontwikkeld is, is de vergoeding voor geestelijk letsel, de persoonsaantasting op andere wijze en de doorwerking van fundamentele (persoonlijkheids)rechten in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht.
Het doel van deze bijdrage is om te laten zien hoe de discussie is verschoven van vergoeding voor bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen. Ook deelt de auteur haar gedachten over de horizon die voor ons ligt, waarbij ze met name stilstaat bij de doorwerking van mensenrechten (met een nadruk op rechten voortvloeiend uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)) in de Nederlandse rechtsorde en de betekenis daarvan voor de personenschadeschadepraktijk. De concrete aanleiding voor deze bijdrage is het belangwekkende EBI-arrest, waarin is overwogen dat van een persoonsaantasting op andere wijze ‘niet reeds sprake [is] bij enkele schending van een fundamenteel recht.’ De bijdrage kijkt dus terug en vooruit, waarbij her en der gewisseld wordt van thematiek: de ene keer gaat het over de norm(schending) en dan weer over schadevergoeding.

E.W. Bosch, ‘De wet affectieschade: nader beschouwd’, VR 2020/126, afl. 7/8. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de transactiekosten tot een minimum en zou veel procedures moeten voorkomen.
De wetgever heeft er bewust voor gekozen om de vergoeding van affectieschade niet alleen mogelijk te maken bij het overlijden van een naaste, maar ook als deze ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen door de schuld van een ander. Bestudering van de wet doet vermoeden dat de vaststelling van de vergoeding van affectieschade in geval van overlijden inderdaad redelijk eenvoudig is. Is het overlijden eenmaal vastgesteld? Dan zijn er nog twee variabelen in te vullen. Dat is de relatie van de claimant met de overledene en de vraag of er sprake is van een misdrijf. De praktijk laat zien hier prima mee uit de voeten te kunnen.
De vraag is, geldt datzelfde ook in geval van “ernstig en blijvend letsel”? In dit artikel wordt aan de hand van de parlementaire geschiedenis, literatuur en jurisprudentie onderzocht tegen welke hobbels de rechtspraktijk aan kan lopen bij de vaststelling van affectieschade bij “ernstig en blijvend letsel”. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de positie van broers en zussen van het slachtoffer, die vooralsnog niet tot de kring van gerechtigden behoren.

N. Koffeman & K. de Vries, ‘Achter gesloten deuren. De bezoekregeling verpleeghuizen en artikel 8 EVRM’, NJB 2020/1717. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
De Corona-crisis heeft geleid tot een bezoekregeling in verpleeghuizen die een vergaande invloed had op het gezins- en privéleven van bewoners en hun naasten. Sinds 28 april 2020 is er sprake van een schending van artikel 8 EVRM. De bezoekregeling die is gaan gelden gaat te veel uit van het mogen toestaan van bezoek in plaats van het moeten toestaan van bezoek. Voor de toekomst is van belang dat er niet meer sprake kan zijn van een bezoekverbod dat geen uitzondering kent voor schrijnende gevallen. Voor nieuwe wetgeving is van belang dat voor verboden niet alleen gelet wordt op de kwetsbaarheid van bewoners voor het virus maar ook op de afhankelijkheid die voor bewoners bestaat van de contacten met familie en andere naasten.

D.A. van der Kooij, Relativiteit, causaliteit en toerekening van schade (Recht en Praktijk nr. CA21) (diss. Rotterdam), Deventer: Wolters Kluwer 2019. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In dit proefschrift bespreekt Van der Kooij drie stellingen over relativiteit, causaliteit en toerekening van schade. Het oogmerk van het onderzoek was om met een overkoepelende benadering beter inzicht te verkrijgen in de grenzen van aansprakelijkheid en in de verhouding tussen de leerstukken. Aan de hand van drie stellingen worden enkele verschillende bevindingen besproken.

F.R.K. Sanders et al., ‘Claims in orthopedic foot/ankle surgery, how can they help to improve quality of care? A retrospective claim analysis’, European Journal of Orthopaedic Surgery & Traumatology, 2020. [Springer]
In het European Journal of Orthopaedic Surgery & Traumatology is een (open access) artikel verschenen over een onderzoek naar claims bij voet- en enkelletsel over de afgelopen 10 jaar. Het onderzoek is gedaan door onderzoekers van Amsterdam UMC in samenwerking met aansprakelijkheidsverzekeraar Medirisk. Het doel van het onderzoek was verbetering van de kwaliteit van zorg, door zicht te krijgen op de belangrijkste oorzaken voor dit soort claims. Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste claims gegrond waren op gemiste diagnoses en tegenvallende/teleurstellende resultaten na electieve chirurgie. De onderzoekers concluderen dat adequate kennis over gemiste diagnoses en betere communicatie met/ verwachtingenmanagement bij patiënten kan leiden tot verbetering van de kwaliteit van zorg.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Oogletsel door gebarsten waterballonpomp.
Deelgeschil. Productaansprakelijkheid. Verzoekers hebben een waterballonpomp van producent Mascot gekocht bij Action. Deze waterballonpomp is aan de onderkant gebarsten, waardoor de zoon van verzoekers letsel aan het rechteroog heeft opgelopen en twee netvliesoperaties heeft ondergaan. Verzoekers vorderen schadevergoeding van de producent. De kern van het geschil is of de letselschade van de zoon het gevolg is van een gebrek aan de waterballonpomp (PS 2020-0509).

Schending Gedragsregels Advocatuur (regel 26) door no cure no pay.
Appellant is een Afghaanse vluchteling die als fietser in botsing is gekomen met een auto. Appellant heeft hierbij een ernstige (hersen)kneuzing opgelopen, met ernstige en blijvende gevolgen. De letselschadezaak van appellant is door verschillende, elkaar opvolgende belangenbehartigers behandeld. Een van de belangenbehartigers (hierna: maat 1) trad eerst als advocaat van appellant op in de zaak tegen belangenbehartiger 1, en nadien ook in de letselschadezaak. Ook in de verhouding tussen appellant en maat 1 ontstaat een geschil, wanneer maat 1 in de zaak tegen belangenbehartiger 1 – daartoe niet bevoegd – cassatieberoep instelt. Het geschil met maat 1 betrof onder meer de tussen hen geldende honorariumovereenkomst, die – in strijd met Gedragsregel 26 – een no cure no pay-afspraak bevatte. Het hof concludeert dat maat 1 de gedragsregels heeft geschonden en dat appellant hierdoor schade ad € 58.518,25 heeft geleden (PS 2020-0511).

Kort geding tegen de Staat. Maatregelen COVID-19 niet onrechtmatig.
Voorzieningenrechter oordeelt dat de Staat de beperkende maatregelen om verspreiding van COVID-19 te voorkomen niet hoeft in te trekken. De vordering van Stichting Viruswaarheid.nl (actiegroep Viruswaanzin) is op alle onderdelen afgewezen. Maatregelen niet onrechtmatig (PS 2020-0525).


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart, Emily Husta & Barbara Rozema
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen