Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Annotatie
Wegbeheerdersaansprakelijkheid (artikel 6:174 BW) – CROW-richtlijnen doorslaggevend?
Op 8 februari 2011 fietst eiser in deze zaak tegen een rood-wit verkeerspaaltje aan. Eiser gebruikt de CROW-richtlijnen om invulling te geven aan de eisen die in alle redelijkheid aan (de weginrichting rondom) het paaltje mochten worden gesteld. Rechtbank Oost-Brabant hecht waarde aan de CROW-richtlijnen. De rechtbank komt tot de conclusie dat (de weginrichting rondom) het paaltje niet voldeed aan de eisen die men daaraan mocht stellen. Annotatie van Berkan Akdikan bij Rechtbank Oost-Brabant 1 april 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1890, PS 2020-0261, waarin hij ingaat op de rol van de CROW-richtlijnen in deze uitspraak.
Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd zijn o.a.:
• CBS: tot twee keer meer coronadoden dan geregistreerd
• Kabinetsreactie op het advies van de commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten
• Veranderingen na ziekmelding werknemer met no-riskpolis
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!
W.J. Veraart, ‘Rechtsherstel als moreel design. Enkele kritische opmerkingen bij de Uitkeringsregeling NS voor vervolgingsslachtoffers’, O&A 2020/26, afl. 2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
Eind november 2018 hebben Salo Muller, overlevende van de Holocaust, en president-directeur Van Boxtel van de Nederlandse Spoorwegen gezamenlijk besloten een commissie in te stellen die verantwoordelijk wordt voor de toekenning van individuele tegemoetkomingen aan overlevenden en directe nabestaanden van diegenen die door de NS zijn vervoerd naar concentratie- of vernietigingskampen. Op 1 augustus 2019 werd het Uitkeringsreglement Stichting Individuele Tegemoetkoming Slachtoffers WOII Transporten NS gepubliceerd. In hoeverre zal deze regeling voor ‘gerechtigheid’ zorgen? Die vraag staat in deze bijdrage centraal, waarbij de auteur ook betrekt hoe deze kwestie in Frankrijk is opgelost.
R. Rijnhout, ‘Van bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen en beyond’, VR 2020/125, afl. 7/8. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In 1995 besteedde de LSA aandacht aan het thema ‘Bijzonder letsel, Aansprakelijkheid voor psychisch letsel en psychosomatische gevolgen van letsel’. Inmiddels zijn wij 25 jaar verder en kunnen wij constateren dat er veel is veranderd ten aanzien van causaliteit in de vestigingsfase, bijvoorbeeld door de aanvaarding van proportionele aansprakelijkheid. De gedachte dat de schending van een verkeers- of veiligheidsnorm ook de toerekening aan de gedaagde van de gevolgen buiten de lijn der verwachting rechtvaardigt, geldt echter onverkort. Over deze thema’s sprak Kolder tijdens het LSA Congres en blijven dus hier onbehandeld. Een thema dat nog onbesproken, maar wel doorontwikkeld is, is de vergoeding voor geestelijk letsel, de persoonsaantasting op andere wijze en de doorwerking van fundamentele (persoonlijkheids)rechten in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht.
Het doel van deze bijdrage is om te laten zien hoe de discussie is verschoven van vergoeding voor bijzonder letsel naar bijzondere normschendingen. Ook deelt de auteur haar gedachten over de horizon die voor ons ligt, waarbij ze met name stilstaat bij de doorwerking van mensenrechten (met een nadruk op rechten voortvloeiend uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)) in de Nederlandse rechtsorde en de betekenis daarvan voor de personenschadeschadepraktijk. De concrete aanleiding voor deze bijdrage is het belangwekkende EBI-arrest, waarin is overwogen dat van een persoonsaantasting op andere wijze ‘niet reeds sprake [is] bij enkele schending van een fundamenteel recht.’ De bijdrage kijkt dus terug en vooruit, waarbij her en der gewisseld wordt van thematiek: de ene keer gaat het over de norm(schending) en dan weer over schadevergoeding.
E.W. Bosch, ‘De wet affectieschade: nader beschouwd’, VR 2020/126, afl. 7/8. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Na een lang voortraject erkent ook de Nederlandse rechtsorde ‘affectieschade’. Bij de vormgeving van het wetsvoorstel is een belangrijk uitgangspunt geweest dat zo veel als mogelijk langdurige en pijnlijke discussies over de intensiteit van het leed worden voorkomen. Een wettelijk systeem met een vaste kring van gerechtigden en vaste bedragen als vergoeding, beperkt de transactiekosten tot een minimum en zou veel procedures moeten voorkomen.
De wetgever heeft er bewust voor gekozen om de vergoeding van affectieschade niet alleen mogelijk te maken bij het overlijden van een naaste, maar ook als deze ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen door de schuld van een ander. Bestudering van de wet doet vermoeden dat de vaststelling van de vergoeding van affectieschade in geval van overlijden inderdaad redelijk eenvoudig is. Is het overlijden eenmaal vastgesteld? Dan zijn er nog twee variabelen in te vullen. Dat is de relatie van de claimant met de overledene en de vraag of er sprake is van een misdrijf. De praktijk laat zien hier prima mee uit de voeten te kunnen.
De vraag is, geldt datzelfde ook in geval van “ernstig en blijvend letsel”? In dit artikel wordt aan de hand van de parlementaire geschiedenis, literatuur en jurisprudentie onderzocht tegen welke hobbels de rechtspraktijk aan kan lopen bij de vaststelling van affectieschade bij “ernstig en blijvend letsel”. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de positie van broers en zussen van het slachtoffer, die vooralsnog niet tot de kring van gerechtigden behoren.
N. Koffeman & K. de Vries, ‘Achter gesloten deuren. De bezoekregeling verpleeghuizen en artikel 8 EVRM’, NJB 2020/1717. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
De Corona-crisis heeft geleid tot een bezoekregeling in verpleeghuizen die een vergaande invloed had op het gezins- en privéleven van bewoners en hun naasten. Sinds 28 april 2020 is er sprake van een schending van artikel 8 EVRM. De bezoekregeling die is gaan gelden gaat te veel uit van het mogen toestaan van bezoek in plaats van het moeten toestaan van bezoek. Voor de toekomst is van belang dat er niet meer sprake kan zijn van een bezoekverbod dat geen uitzondering kent voor schrijnende gevallen. Voor nieuwe wetgeving is van belang dat voor verboden niet alleen gelet wordt op de kwetsbaarheid van bewoners voor het virus maar ook op de afhankelijkheid die voor bewoners bestaat van de contacten met familie en andere naasten.
D.A. van der Kooij, Relativiteit, causaliteit en toerekening van schade (Recht en Praktijk nr. CA21) (diss. Rotterdam), Deventer: Wolters Kluwer 2019. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In dit proefschrift bespreekt Van der Kooij drie stellingen over relativiteit, causaliteit en toerekening van schade. Het oogmerk van het onderzoek was om met een overkoepelende benadering beter inzicht te verkrijgen in de grenzen van aansprakelijkheid en in de verhouding tussen de leerstukken. Aan de hand van drie stellingen worden enkele verschillende bevindingen besproken.
F.R.K. Sanders et al., ‘Claims in orthopedic foot/ankle surgery, how can they help to improve quality of care? A retrospective claim analysis’, European Journal of Orthopaedic Surgery & Traumatology, 2020. [Springer]
In het European Journal of Orthopaedic Surgery & Traumatology is een (open access) artikel verschenen over een onderzoek naar claims bij voet- en enkelletsel over de afgelopen 10 jaar. Het onderzoek is gedaan door onderzoekers van Amsterdam UMC in samenwerking met aansprakelijkheidsverzekeraar Medirisk. Het doel van het onderzoek was verbetering van de kwaliteit van zorg, door zicht te krijgen op de belangrijkste oorzaken voor dit soort claims. Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste claims gegrond waren op gemiste diagnoses en tegenvallende/teleurstellende resultaten na electieve chirurgie. De onderzoekers concluderen dat adequate kennis over gemiste diagnoses en betere communicatie met/ verwachtingenmanagement bij patiënten kan leiden tot verbetering van de kwaliteit van zorg.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Oogletsel door gebarsten waterballonpomp.
Deelgeschil. Productaansprakelijkheid. Verzoekers hebben een waterballonpomp van producent Mascot gekocht bij Action. Deze waterballonpomp is aan de onderkant gebarsten, waardoor de zoon van verzoekers letsel aan het rechteroog heeft opgelopen en twee netvliesoperaties heeft ondergaan. Verzoekers vorderen schadevergoeding van de producent. De kern van het geschil is of de letselschade van de zoon het gevolg is van een gebrek aan de waterballonpomp (PS 2020-0509).
Schending Gedragsregels Advocatuur (regel 26) door no cure no pay.
Appellant is een Afghaanse vluchteling die als fietser in botsing is gekomen met een auto. Appellant heeft hierbij een ernstige (hersen)kneuzing opgelopen, met ernstige en blijvende gevolgen. De letselschadezaak van appellant is door verschillende, elkaar opvolgende belangenbehartigers behandeld. Een van de belangenbehartigers (hierna: maat 1) trad eerst als advocaat van appellant op in de zaak tegen belangenbehartiger 1, en nadien ook in de letselschadezaak. Ook in de verhouding tussen appellant en maat 1 ontstaat een geschil, wanneer maat 1 in de zaak tegen belangenbehartiger 1 – daartoe niet bevoegd – cassatieberoep instelt. Het geschil met maat 1 betrof onder meer de tussen hen geldende honorariumovereenkomst, die – in strijd met Gedragsregel 26 – een no cure no pay-afspraak bevatte. Het hof concludeert dat maat 1 de gedragsregels heeft geschonden en dat appellant hierdoor schade ad € 58.518,25 heeft geleden (PS 2020-0511).
Kort geding tegen de Staat. Maatregelen COVID-19 niet onrechtmatig.
Voorzieningenrechter oordeelt dat de Staat de beperkende maatregelen om verspreiding van COVID-19 te voorkomen niet hoeft in te trekken. De vordering van Stichting Viruswaarheid.nl (actiegroep Viruswaanzin) is op alle onderdelen afgewezen. Maatregelen niet onrechtmatig (PS 2020-0525).
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart, Emily Husta & Barbara Rozema
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Den Haag Verkeersaansprakelijkheid. Motorrijder, rijdend op een fietsstrook, komt ten val wanneer de bestuurder van een op de gehandicaptenparkeerplaats geparkeerde auto van appellant zijn portier opent. De motorrijder valt met zijn motor tegen een bij verkeerslichten stilstaande auto en raakt gewond. Het hof oordeelt dat de bestuurder van de geparkeerde auto aansprakelijk is, omdat deze een bijzondere manoeuvre als bedoeld in artikel 54 RVV 1990 uitvoerde en daarbij al het overige verkeer voor diende te laten gaan. De bestuurder heeft zijn gedrag onvoldoende afgestemd op mogelijk passerend verkeer op de fietsstrook. Voor zover appellant al niet de mogelijkheid had om naderende verkeersdeelnemers op de fietsstrook tijdig waar te nemen, bijvoorbeeld als gevolg van een handicap, had appellant aan de andere kant van de auto moeten uitstappen of elders moeten parkeren. Mede gelet op het uitgangspunt dat appellant geïntimeerde had moeten laten voorgaan, valt niet in te zien dat geïntimeerde van zijn kant heeft gereden op een wijze die jegens appellant tot schadevergoeding verplicht. 21-07-2020
- Gerechtshof Den Haag Appellant is een Afghaanse vluchteling die als fietser in botsing is gekomen met een auto. Appellant heeft hierbij een ernstige (hersen)kneuzing opgelopen, met ernstige en blijvende gevolgen. De letselschadezaak van appellant is door verschillende, elkaar opvolgende belangenbehartigers behandeld. Een van de belangenbehartigers (hierna: maat 1) trad eerst als advocaat van appellant op in de zaak tegen belangenbehartiger 1, en nadien ook in de letselschadezaak. Ook in de verhouding tussen appellant en maat 1 ontstaat een geschil, wanneer maat 1 in de zaak tegen belangenbehartiger 1 – daartoe niet bevoegd – cassatieberoep instelt. Het geschil met maat 1 betrof onder meer de tussen hen geldende honorariumovereenkomst, die – in strijd met Gedragsregel 26 – een no cure no pay-afspraak bevatte. Het hof concludeert dat maat 1 de gedragsregels heeft geschonden en dat appellant hierdoor schade ad € 58.518,25 heeft geleden. 21-07-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Appellant is van achteren aangereden door een auto terwijl hij op zijn motor stilstond bij een stoplicht. Hij is met zijn hoofd en lijf eerst achterover en toen voorover geklapt. Hij is van zijn motor gestapt en in elkaar gezakt. De automobilist is tegen aansprakelijkheid verzekerd bij Vivium, die de aansprakelijkheid voor de gevolgen van dit ongeval heeft erkend. Tussen partijen is in geschil of, en zo ja in hoeverre, de medische klachten die appellant na het ongeval ondervond, zijn toe te rekenen aan dit ongeval gelet op het feit dat appellant ook al voor het ongeval pijnklachten had die werden toegeschreven aan een hernia. Hij is zowel door het UWV als door zijn verzekeraar volledig arbeidsongeschikt verklaard voor zijn werk: rijinstructeur en vrachtwagenchauffeur. Appellant was voor het ongeval gedeeltelijk arbeidsongeschikt en op het moment van het ongeval voor 45/55%. Na het ongeval heeft hij niet meer kunnen werken. Naar het oordeel van het hof is er onvoldoende basis voor het oordeel van de rechtbank dat de klachten ook zonder ongeval kunnen zijn toegenomen. Het hof acht het niet passend om de deskundige aanvullende vragen te stellen, omdat de deskundige zich kennelijk een bepaald beeld heeft gevormd over de persoon van appellant waaruit blijkt dat hij hem wat zijn klachten betreft niet geheel geloofwaardig acht. Dit heeft tot gevolg dat een of meer deskundigen benoemd moet(en) worden. De zaak wordt naar de rol verwezen. 21-07-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Letselschade. Kop-staartbotsing. Causaal verband aanrijding en klachten aan nek en schouder? Invloed van aard aanrijding (geringe snelheid en geringe materiële schade), pre-existente klachten en privéomstandigheden. Beoordeling van deskundigenrapportages. Volgens het hof heeft appellant de door hem gestelde toedracht niet bewezen. Afwijzing vordering. 21-07-2020
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en doodslag. De verdachte en zijn medeverdachte hebben, nadat het slachtoffer in de auto van de medeverdachte is beland, verhinderd dat hij de auto zou verlaten en hem gedwongen om mee te rijden. Het slachtoffer is op enig moment uit de auto gevlucht. De verdachte is met een vuurwapen achter hem aangerend en heeft hem in zijn rug geschoten, ten gevolge waarvan het slachtoffer is komen te overlijden. De vrouw van het slachtoffer is niet aanwezig geweest bij het schietincident zelf en is ook niet rechtstreeks geconfronteerd met de omstandigheden waaronder dat incident heeft plaatsgevonden. Zij is echter wel direct geconfronteerd met de ernstige gevolgen daarvan. De vrouw heeft namelijk haar echtgenoot bezocht op de intensive care nadat hij geopereerd was. Hierdoor is bij haar een hevige emotionele schok teweeggebracht. Zij is gediagnostiseerd met PTSS en ondergaat hiervoor een behandeling. Gelet daarop oordeelt het hof dat de vrouw aanspraak kan maken op een immateriële schadevergoeding van € 25.000 (shockschade). De broer van het slachtoffer vordert vergoeding van kosten van lijkbezorging, maar omdat het hof op basis van de overgelegde stukken niet kan vaststellen te wiens laste deze kosten zijn gekomen, noch in hoeverre het daadwerkelijk om kosten van lijkbezorging gaat, wordt de broer in deze vordering niet-ontvankelijk verklaard. 20-07-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor doodslag op echtgenote en haar ongeboren levensvatbare kind. Verdachte heeft zijn echtgenote om het leven gebracht door wurging. Uit pathologisch onderzoek is gebleken dat zich in de baarmoeder van het slachtoffer een overleden maar normaal ontwikkelde foetus van 24 tot 28 weken bevond. Aan ieder van de twee zoontjes van de verdachte en het slachtoffer wordt € 20.000 immateriële schadevergoeding toegewezen. 14-07-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer heeft tijdens zijn werkzaamheden een smeltspat in zijn linkeroog gekregen, waardoor hij visus- en hoofdpijnklachten heeft. Het hof oordeelt dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden door de werknemer onvoldoende te beschermen tegen uit de machines komende smeltspatten. Oogletsel is het risico waartegen de overtreden norm bescherming zou moeten bieden. Niet aannemelijk is dat de hoofdpijnklachten voortvloeien uit het verwezenlijken van het risico dat werkgever heeft geschapen door zijn werknemers onvoldoende bescherming van de ogen te bieden. Nu het condicio-sine-qua-nonverband in rechte niet komt vast te staan, is van een ‘zodanig verband’ als bedoeld in artikel 6:98 BW geen sprake. Uitgangspunt is wel dat werknemer als gevolg van een bedrijfsongeval blijvende beperkingen heeft opgelopen en dat dit letsel heeft geleid tot verlies van zicht in één oog. Dit gegeven is voldoende om de gevorderde verwijzing naar de schadestaat toe te wijzen. 14-07-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof overweegt dat appellant in zijn verzoekschrift heeft verzuimd duidelijk te onderbouwen dat hij bij zijn verzoek in wezen het oog heeft op een voortzetting van het leveren van tegenbewijs tegen het ensceneren van de aanrijding en daarmee het ontbreken van de onrechtmatigheid van het handelen van betrokkene ten opzichte van appellant. Toch gaat het hof hier veronderstellenderwijs van uit. Het hof weigert echter het verzoek tot gelasten van een voorlopig getuigenverhoor, omdat het afstuit op zwaarwichtig geoordeelde bezwaren. 02-07-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verzoeker is onvrijwillig opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis, stelt dat sprake is van onrechtmatige vrijheidsbeneming. Verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 35 Wet Bopz (oud). Immateriële schade door schending wettelijk voorschrift. Geen sprake van onrechtmatige vrijheidsbeneming; matiging schadevergoeding tot € 25 per dag. 16-06-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenuitspraak. Werknemer heeft tijdens zijn werkzaamheden een smeltspat in zijn linkeroog gekregen, waardoor hij visus- en hoofdpijnklachten heeft. Bij een eerder tussenarrest heeft het hof overwogen voornemens te zijn om deskundigen te benoemen en aan de deskundigen als uitgangspunt de IWMD-vraagstelling voor te leggen. Werknemer en werkgever zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de personen van de te benoemen deskundigen, alsmede over de vraagstelling aan deze deskundigen. 20-02-2018
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Voorzieningenrechter oordeelt dat de Staat de beperkende maatregelen om verspreiding van COVID-19 te voorkomen niet hoeft in te trekken. De vordering van Stichting Viruswaarheid.nl (actiegroep Viruswaanzin) is op alle onderdelen afgewezen. Maatregelen niet onrechtmatig. 24-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Fietser aansprakelijk voor ongeval tussen fietser en voetganger. Gebleken dat fietser enkele seconden zicht op voetganger moet hebben gehad voordat ongeval plaatsvond. Overmachtverweer slaagt niet. Toewijzing verzoek veroordeling verweerders betaling affectieschade (€ 12.500). 23-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Tussenvonnis na rapport van deskundige dermatoloog. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de deskundige voldoende duidelijk naar voren gebracht dat de kennis van de huisarts en die van de dermatoloog elkaar op het vakgebied dermatologie gedeeltelijk overlappen. Het verweer dat de deskundige met zijn oordeel op dit onderdeel buiten zijn vakgebied is getreden, wordt daarom verworpen. Op grond van wat eerder in de vorige tussenvonnissen is overwogen en van wat de deskundige heeft gerapporteerd, is de rechtbank van oordeel dat het verband tussen de tekortkoming van de huisarts en de bij eiseres vastgestelde ernstige haaruitval (alopecia cicatricialis met schimmelinfectie) voldoende vaststaat. Daarmee staat echter nog niet vast dat de vordering geheel toewijsbaar is. De zaak wordt naar de rol verwezen. Eiseres kan dan een akte nemen, uitsluitend over de onderbouwing van haar schade. 22-07-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Letselschade. Medische fout? Vraag of arts, door geen nader onderzoek te doen naar het vitamine B12-gehalte in het bloed van eiseres, de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in acht heeft genomen. Deskundige beantwoordt deze vraag ontkennend. De rechtbank volgt de deskundige niet en wijst de vorderingen af. 22-07-2020
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Een 22-jarige man uit Amsterdam wordt veroordeeld tot 24 maanden jeugddetentie voor het lossen van een ongewild, maar fataal schot tijdens de opnames van een videoclip. Daarbij kwam een 26-jarige vriend van de verdachte om het leven. Toewijzing immateriële schadevergoeding (affectieschade) van € 17.500 aan de moeder en vader van het slachtoffer. Afwijzing vordering affectieschade broer en zussen, wegens ontbreken bijzondere nauwe band. 22-07-2020
- Rechtbank Amsterdam Perspublicatie niet onrechtmatig ook al wordt naam van bestuurder van rechtspersoon vaak genoemd, is geen wederhoor toegepast en zijn de gevolgen van de publicatie ernstig voor die voormalige bestuurder. Dat geen wederhoor is toegepast is aan eiser te wijten. 22-07-2020
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor uiteenlopende seksuele delicten waarvan drie nichtjes meermalen het slachtoffer zijn geworden. Verdachte heeft ook foto’s en filmpjes van hen gemaakt. Daarnaast heeft hij een ander nichtje en haar vriendinnen heimelijk gefilmd terwijl zij onder de douche stonden. De slachtoffers krijgen allen een immateriële schadevergoeding toegewezen. Slachtoffer 1 krijgt € 15.000, slachtoffer 2 krijgt € 10.000, slachtoffer 3 krijgt € 1.500, slachtoffer 4 krijgt € 10.000 en slachtoffer 5 krijgt € 750. 20-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Gedaagde heeft in een televisieprogramma uitlatingen gedaan die eiser onrechtmatig vindt. De rechtbank oordeelt dat de drie feitelijke beweringen en een geuit waardeoordeel alle onrechtmatig zijn. Eiser heeft dan ook recht op een vergoeding van het nadeel (reputatieschade) dat hij heeft ondervonden door de onrechtmatige uitlatingen op grond van artikel 6:106 BW. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade van € 10.000 toe. De gevorderde rectificatie wordt echter niet toegewezen. 17-07-2020
- Rechtbank Noord-Nederland Eisers vorderen van NAM een voorschot voor schade die zij lijden als gevolg van aardbevingen in het ‘Groningenveld’. De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een immateriële schadevergoeding zal toekennen. Uit het verslag van de psycholoog blijkt genoegzaam dat de aardbevingen en de daarmee gemoeide schade (afwikkeling) een grote druk op het gezin A heeft gelegd en bij de heer A tot psychische en lichamelijke klachten heeft geleid. De voorzieningenrechter wijst daarom voor de heer A en mevrouw A samen een bedrag van € 5.000 toe als voorschot op de immateriële schadevergoeding. 17-07-2020
- Rechtbank Rotterdam Een advocaat heeft niet tijdig het griffierecht betaald en heeft zich daarmee jegens eiseres schuldig gemaakt aan een beroepsfout. Dat brengt met zich dat hij in beginsel aansprakelijk is voor de schade die eiseres als gevolg van die beroepsfout heeft geleden. De door eiseres gevorderde materiële schade wordt afgewezen, nu niet gebleken is van het vereiste causaal verband tussen de beroepsfout van de advocaat en die schade. Hetzelfde geldt voor de gevorderde immateriële schadevergoeding. Eiseres heeft al eerder door een auto-ongeluk lichamelijke schade en PTSS opgelopen. Later is zij in behandeling gegaan en is vastgesteld dat sprake is van geestelijk letsel bestaande uit aanhoudende vermoeidheidsklachten passend bij overbelasting ten gevolge van een opeenstapeling van stressvolle omstandigheden (overbelasting/burn-out). Eiseres stelt dat bij een correcte behandeling van de juridische procedures door de advocaat er ruim voor 2018 een bevredigend resultaat zou zijn behaald en dat zij onbezorgd verder had kunnen gaan met haar leven, en zich niet in 2018 wederom onder behandeling moeten stellen. De kantonrechter overweegt dat het niet aannemelijk is dat de beroepsfout van de advocaat de rechtens relevante oorzaak is geweest van het geestelijk letsel. 17-07-2020
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling voor onder meer doodslag en brandstichting. Verdachte heeft het slachtoffer verwurgd. Daarna heeft verdachte de woning van het slachtoffer in brand gestoken en het slachtoffer daarin achtergelaten. De dochter van het slachtoffer vordert een schadevergoeding van affectieschade ad € 20.000. Deze vordering wordt door de rechtbank geheel toegewezen. De affectieschadevordering van de moeder van het slachtoffer wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank van oordeel is dat de affectieve relatie mogelijk anders beoordeeld dient te worden dan door de benadeelde partij gesteld is. De moeder kan dit slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Ook de affectieschadevordering van de broer van het slachtoffer wordt niet-ontvankelijk verklaard. De broer is namelijk geen ‘naaste’ zoals bedoeld in artikel 6:108 BW. 16-07-2020
- Rechtbank Amsterdam Een kledingwinkel is niet aansprakelijk voor de gevolgen van een ongeval waarbij een verkoopster met haar hoofd tegen een kledingstang met kleren eraan botste. Volgens de kantonrechter was er geen gevaarlijke situatie waarvoor de winkel had moeten waarschuwen. 16-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Twee verdachten van destijds vijftien jaar hebben een man overvallen bij een pinautomaat. Het slachtoffer is ten gevolge van meerdere steekwonden overleden. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van shockschade toe tot een bedrag van € 30.000. Ook wordt de vordering tot vergoeding van affectieschade (€ 20.000) toegewezen. 16-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Twee verdachten van destijds vijftien jaar hebben een man overvallen bij een pinautomaat. Het slachtoffer is ten gevolge van meerdere steekwonden overleden. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van shockschade toe tot een bedrag van € 30.000. Ook wordt de vordering tot vergoeding van affectieschade (€ 20.000) toegewezen. 16-07-2020
- Rechtbank Noord-Holland Tussenuitspraak. Geschil over de vraag of een behandeling met autologe vettransplantatie (AFT/lipofilling) aan een borst onder de dekking van de basisverzekering valt. Nadat bij eiseres de diagnose borstkanker is gesteld, is zij geopereerd aan haar rechterborst en heeft zij een periode van bestralingen doorgemaakt. Is als gevolg daarvan sprake van een ‘verminking’ zoals bedoeld in de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis? De kantonrechter oordeelt dat hierover een deskundigenbericht moet worden gelast en stelt partijen in de gelegenheid om zich hierover uit te laten. 15-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Letselschade, IPR. Aanrijding, voorrangsfout. Toetsingskader onrechtmatig rijgedrag. Voorrangsfout verzoeker weegt zwaar, ook als de andere bestuurder te hard reed. Geen billijkheidscorrectie eigen schuld. Verzekeraar aansprakelijk voor een derde van de schade van verzoeker. 15-07-2020
- Rechtbank Limburg Werknemer heeft gedurende vrijwel zijn hele dienstverband bij Hydraflex goed gefunctioneerd. Naar aanleiding van een gesprek tussen de directeur en werknemer is aan werknemer een e-mail gezonden waarin werknemer de keuze dient te maken tussen een verbeterplan of een vertrek. De verzekeringsarts heeft werknemer, na overleg met de bedrijfsarts, arbeidsongeschikt voor zijn werk bevonden. De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van de arbeidsovereenkomst door de werknemer toe. De werknemer krijgt een billijke vergoeding van € 50.000, omdat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door deze werknemer na twintig jaar goed functioneren plots te confronteren met een keuze: een verbetertraject of een vertrek. Daarnaast is de werknemer van mening recht te hebben op € 5.000 smartengeld. De werkgever heeft de uitgangspunten waarop de werknemer de hoogte van de billijke vergoeding heeft gebaseerd, niet weersproken. 09-07-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Letselschade. Val van gehuurde steiger. Geen gebrekkige zaak. Ook geen onrechtmatig, gevaarzettend handelen. Ook geen aansprakelijkheid voor werknemer verhuurbedrijf. Verzoek (verklaring voor recht aansprakelijkheid) afgewezen. 24-06-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Letselschade. Verkeersrecht; aanrijding auto-fietser. Aansprakelijkheid fietser als ongemotoriseerde verkeersdeelnemer? Geen overmacht automobilist. Geen aansprakelijkheid fietser, verzoek (verklaring voor recht) afgewezen. 17-06-2020
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Productaansprakelijkheid. Verzoekers hebben een waterballonpomp van producent Mascot gekocht bij Action. Deze waterballonpomp is aan de onderkant gebarsten, waardoor de zoon van verzoekers letsel aan het rechteroog heeft opgelopen en twee netvliesoperaties heeft ondergaan. Verzoekers vorderen schadevergoeding van de producent. De kern van het geschil is of de letselschade van de zoon het gevolg is van een gebrek aan de waterballonpomp. 09-04-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Schadestaatprocedure. Geschil tussen verzekeraar en verzekerde over verlies verdienvermogen. Eiser (verzekerde) stelt door een ongeval schade te lijden wegens verlies aan verdienvermogen. De verzekeraar betwist dit. De rechter oordeelt dat wel degelijk sprake is van verlies aan verdienvermogen. 05-01-2005
- Rechtbank Oost-Brabant Verzekeraar wordt veroordeeld tot het vergoeden van de geleden schade wegens verlies aan verdienvermogen. 31-07-2002