Naar boven ↑

Update

Nummer 33, 2020
Uitspraken van 01-09-2020 tot 07-09-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. 


Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd is:
Antwoorden Kamervragen over affectieschade
Onderzoek Radar: ‘Afhandeling letselschade onnodig vertraagd’
Verzekeraars: versnel afhandeling langlopende letselschades


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

O.G. Trojan & W. Kroeze, ‘Schadeclaims en de vrijheid van meningsuiting. Ierse toestanden in Nederland?’, MvV 2020/7-8. [Rechtsorde] [Legal Intelligence
In deze bijdrage bespreken Trojan en Kroeze de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM). Ze gaan in op het eventuele ‘chilling effect’ van hoge schadevergoedingen die worden toegekend bij uitlatingen die de eer of goede naam van een persoon aantasten. Een Ierse zaak dient als voorbeeld. 

C.C.J. de Koning & J. Laumen-de Valk, ‘Rekenmethodiek overlijdensschade nieuwe stijl compleet’, TVP 2020/2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In deze bijdrage gaan De Koning en Laumen-de Valk in op het werk van deze Denktank, die zich heeft gebogen over het antwoord op de vraag welke aanpassingen in de richtlijn nodig zouden zijn om deze ook toepasbaar te maken op andere situaties dan het tweeoudergezin. Nu er een paar jaar gerekend is volgens de nieuwe methode uit 2015, en deze breed geaccepteerd is door zowel de markt als de rechterlijke macht, was het tijd om alsnog te werken aan de uitbreiding van de rekenmethodiek naar andere gezinnen dan het traditionele tweeoudergezin. Ook omdat er vanuit ‘de markt’ steeds vaker werd gevraagd om de rekenmethode uit te breiden tot de niet-standaardsituaties. Onder supervisie van de Werkgroep Normering van De Letselschade Raad is de Denktank Overlijdensschade weer bij elkaar gekomen, zij het in afgeslankte vorm, kortweg Denktank 2.0. 

Chr.H. van Dijk, ‘De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad past naadloos in rechtspraak en regelgeving’, TVP 2020/2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In de praktijk bestaat nog wel eens discussie over het antwoord op de vraag of de Richtlijn wel past in de door de Hoge Raad over overlijdensschade gewezen rechtspraak en in het wettelijk kader. Volgens van Dijk is dat wel het geval. Hij legt in deze bijdrage uit waarom hij dat vindt. Van Dijk bespreekt het wettelijk kader, de oude wijze van afwikkeling van overlijdensschade, het huidige systeem, en geeft een analyse van de juridische aanvaardbaarheid van het huidige rekensysteem. 

C. van der Roest & J.G. Keizer, ‘De Wet Affectieschade in de praktijk; duidelijke afbakening of onsmakelijke discussies?’, TVP 2020/2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In dit artikel bespreken wij (gecategoriseerd) de vanaf 1 januari 2019 verschenen rechtspraak, voor zover daarin de vraag of aanspraak kon worden gemaakt op vergoeding van affectieschade onderwerp van (partij)debat is geweest.10 Uit die analyse zal blijken dat de inhoudelijke uitspraken tot heden louter door strafrechters zijn gewezen. Dat is vanwege de eveneens met de Wet Affectieschade bewerkstelligde verruiming van de voegingsmogelijkheden voor nabestaanden en naasten11 en het feit dat strafrechters nu eenmaal vaker te maken krijgen met (onrechtmatige) gedragingen die tot ernstig en/of dodelijk letsel leiden, niet verwonderlijk.

M. Wesselink, ‘De deelgeschilprocedure: tien jaar appel en cassatie’, TVP 2020/2. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade bestaat tien jaar. Wesselink ziet dit tienjarig jubileum als een geschikt moment om na te gaan welke procesrechtelijke perikelen zich in appel en cassatie hebben voorgedaan. Inherent aan de aard van appel en cassatie is immers dat enige tijd dient te zijn verstreken voordat hiervan sprake is. Dat geldt des te meer voor de toepassing van rechtsmiddelen tegen de deelgeschilprocedure omdat deze procedure, zoals al vermeld, juist beoogt partijen te stimuleren om hun geschillen zelf minnelijk af te handelen en het uitlopen van het minnelijk traject tijd vergt. Om die reden staat tegen de deelgeschilprocedure ook geen directe voorziening open (art. 1019bb Rv). Er is sprake van een uitgestelde en beperkte mogelijkheid van de inzet van rechtsmiddelen (art. 1019cc Rv). Wesselink schetst eerst kort wat dit stelsel inhoudt en of daarvan vaak gebruikgemaakt wordt, alvorens op de procesrechtelijke perikelen in appel en cassatie in te gaan.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Deelgeschil. Ongeval tussen auto die linksaf slaat en inhalende auto.
Appellant haalde auto in die op dat moment naar links stuurde om een weg in te slaan. Appellant heeft zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het hof (PS 2020-0596) oordeelt dat geïntimeerde een verkeersfout heeft gemaakt, maar appellant heeft te hard gereden. Eigen schuld appellant, omdat hij onvoldoende rekening heeft gehouden met de situatie ter plaatse. Bewijsopdracht verzekeraar geïntimeerde.

Kop-staartbotsing scooter en auto. Geen aansprakelijkheid automobilist.
Scooter botst achterop auto. De bestuurder van de auto heeft niet zonder noodzaak geremd, hij moest remmen omdat een busje voor hem achteruitreed. Automobilist is niet aansprakelijk voor de schade van de scooterrijder (PS 2020-0608).

Hoger beroep tegen toegewezen voorlopig deskundigenonderzoek; beslissing omtrent kosten vernietigd.
Medische aansprakelijkheid. De rechtbank heeft in de bestreden beschikking het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht toegewezen en – in afwijking van de hoofdregel van artikel 195 Rv – bepaald dat het ziekenhuis het gehele voorschot dient te voldoen. Doorbreking appelverbod wegens schending beginsel van hoor en wederhoor, onder meer door het ziekenhuis te belasten met de betaling van het gehele voorschot terwijl geïntimeerde dat niet had verzocht, zonder partijen de gelegenheid te geven zich hierover uit te laten. Het hof (PS 2020-0612) oordeelt dat de door de rechtbank aangehaalde omstandigheden (het is een medische kwestie en het ziekenhuis is tegen aansprakelijkheid verzekerd) onvoldoende aanleiding vormen voor het maken van een uitzondering op de hoofdregel van artikel 195 Rv dat het voorschot dient te worden opgebracht door de eisende partij (in dit geval patiënte).


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Barbara Rozema
PS Updates

Hof

Rechtbank

Antillen