Aansprakelijkheid voor letselschade ontstaan bij het voorbereiden van een oplegger op het lossen van de lading. Op enig moment is het slachtoffer, die naast de oplegger stond, geraakt door een of meer vallende horizontale liggers, als gevolg waarvan hij letsel heeft opgelopen. Het slachtoffer houdt de beweerdelijke vervoerders, hun aansprakelijkheidsverzekeraar, de beweerdelijke ondervervoerder en de WAM-verzekeraar van de oplegger aansprakelijk. Toepassing van het begrip ‘deelneming aan het verkeer van een voertuig’ in de zin van de aangevulde Richtlijn 2009/103/EG. De rechtbank beoordeelt per gedaagde partij afzonderlijk of zij aansprakelijk is. In het algemeen wordt daarbij vooropgesteld dat volgens het slachtoffer de chauffeur en de bijrijder van de vrachtwagen bij het verplaatsen van een staander jegens hem onrechtmatig, want toerekenbaar onzorgvuldig hebben gehandeld, omdat zij daarbij metalen liggers van de oplegger op hem hebben laten vallen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de chauffeur en de bijrijder van de vrachtwagen toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld jegens de benadeelde partij. Voor deze fout is de feitelijke vervoerder aansprakelijk ex artikel 6:170 BW en de daadwerkelijke vervoerder ex artikel 6:171 BW.
Rechtbank Gelderland, 18-09-2024