Schadebegroting na achteropaanrijding. Het hof komt niet terug op bindende eindbeslissingen. Het gaat om whiplashklachten die passen bij een aanrijding van achteren en waarvoor geen andere verklaring aangewezen kan worden. De levensloop van mevrouw ná ongeval is volstrekt niet te rijmen met het verweer van de verzekeraar dat er geen sprake is van een consistent, consequent en samenhangend klachtenpatroon bij het in aanmerking genomen causaal verband. Het lagesnelheidsverweer van de verzekeraar wordt verworpen. Ten aanzien van de gestelde arbeidsvermogensschade is het hof van oordeel dat het feit dat zij geen betaalde arbeid heeft kunnen vinden, rechtstreeks het gevolg is van haar klachten. Omdat die klachten ongevalsgevolg zijn, zal het hof bij de schadebegroting uitgaan van de daadwerkelijke situatie. Daarbij betrekt het hof ook dat de schadeafhandeling inmiddels meer dan twinitg jaar sinds het ongeval heeft geduurd en dat de verzekeraar van de wederpartij ook nauwelijks heeft ingezet op re-integratie, daar waar mevrouw wel gemotiveerd was om te re-integreren en daarvoor zelf moeite heeft gedaan. Het hof gaat ervan uit dat mevrouw, die een afgeronde havo-opleiding heeft gevolgd en een hbo-studie was aangevangen (die zij na het ongeval heeft gestaakt) in de situatie zonder ongeval een mastergraad zou hebben behaald en – mede vanwege de specifieke affiniteit met deze studie en (top)sport – zou zijn gaan werken als sportfysiotherapeut met een werkweek van 40 uur. Tot 1 januari 2024 gaat het hof uit van de feitelijke situatie (geen resterend verdienvermogen). Vanaf 1 januari 2024 gaat het hof mede op basis van de uitkomst van het rapport van een arbeidsdeskundige uit van een resterend verdienvermogen van 115% van het minimumloon, te bereiken binnen vijf jaren na 1 januari 2024. Het hof wijst re-integratiekosten die mevrouw zal moeten maken – gelet op de afstand tot de arbeidsmarkt – in die vijf jaren toe tot een bedrag van € 25.936. Bij de berekening van de schade dient rekening te worden gehouden met terugvordering van de ontvangen bijstandsuitkering. De immateriële schadevergoeding begroot het hof op € 20.000.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 20-08-2024