Naar boven ↑
7.984 resultaten

Rechtspraak

PS 2025-0185

In 2023 is de hond van een vrouw gebeten door de hond van een man. Als gevolg van dit bijtincident heeft de hond van de vrouw ernstig letsel opgelopen. Dit letsel heeft er uiteindelijk toe geleid dat de hond moest inslapen. Ook stelt de vrouw dat zij zelf letsel heeft opgelopen als gevolg van het bijten van de andere hond; zij zou door de hond zijn gebeten in haar handen en in haar gezicht. De vrouw vordert in deze procedure zowel de kosten voor de medische ingrepen voor de hond, als haar eigen medische kosten. Verder vordert ze € 1.000 aan immateriële schadevergoeding, wettelijke rente en incassokosten. De man stelt dat de hond van de benadeelde partij zijn hond heeft uitgelokt. Verder voert hij aan dat het bijtincident aan de benadeelde partij zelf te wijten is, waardoor zijn aansprakelijkheid vervalt of in ieder geval verminderd moet worden. Tot slot betwist hij dat zijn hond letsel heeft veroorzaakt aan de handen en het gezicht van de vrouw. De man is volgens de kantonrechter aansprakelijk voor de schade op grond van artikel 6:179 BW. De kantonrechter gaat aan het beroep op eigen schuld van de vrouw voorbij. Niet is komen vast te staan dat haar hond inderdaad onvoorspelbaar en provocerend gedrag vertoonde in het bijzijn van grotere honden en dat zij als gevolg daarvan op de hoogte had moeten zijn van dergelijk gedrag. De man moet de onverzekerde kosten voor de medische ingrepen van de hond betalen, maar niet de medische kosten van de vrouw. De gevorderde immateriële schadevergoeding van € 1.000 wordt afgewezen. De man hoeft geen incassokosten te betalen, maar wel de rente en de proceskosten.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21-02-2025