Strafrecht. Ontucht met minderjarige. Vordering benadeelde partij (immateriële schadevergoeding) niet-ontvankelijk. Rechtstreeks oorzakelijk verband onduidelijk.

Strafrecht. Seksueel misbruik van eigen dochter. Gevangenisstraf van twaalf jaar. Immateriële schadevergoeding ad € 20.000 toegewezen. Verzoek om matiging van dit bedrag afgewezen.

Vordering uit onrechtmatige daad na door de strafrechter bewezen verklaarde doodslag met mes. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond moet – als bevrijdend verweer – in een civiele procedure door de dader worden bewezen.

Arbeidsongeval; letsel door ‘blok’ modder op schouder/hoofd; handelen in strijd met instructie?

Strafrecht. Wrakingsverzoek door slachtoffers. Verzoekers in hoedanigheid van (vermeende) spreekgerechtigden niet-ontvankelijk; in hoedanigheid van benadeelde partijen wel. Verzoek om wraking afgewezen.

De rechtbank overweegt in deelgeschil dat er bij gebreke van een onderzoek door een neuroloog nog geen duidelijkheid is over de klachten en beperkingen die kunnen worden toegeschreven aan een achteropaanrijding, terwijl binnen de deelgeschilprocedure geen ruimte bestaat voor (uitgebreide) bewijslevering.

Strafrecht, verkrachting van minderjarige. Vergoeding immateriële schade € 2.000. Materiële schadevergoeding omvat mede kosten van verlofdagen ouders.

X/Sint Elisabeth Hospitaal en dr. Y

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao waardeert een deskundigenbericht. Gedaagden, het Sint Elisabeth Hospitaal en dr. Y., hebben hun stelling dat het bericht niet deugt niet deugdelijk onderbouwd. Er is dus niet gebleken van zwaarwegende en steekhoudende bezwaren aangaande het bericht. Het Gerecht volgt dan ook de conclusie van de deskundige, hetgeen betekent dat dr. Y onzorgvuldig heeft gehandeld en dat dit heeft geleid tot het overlijden van de patiënt.

X/Y c.s.

De onderhavige procedure is het vervolg op een eerder uitgesproken tussenvonnis en een deskundigenbericht in een kwestie waarin de aansprakelijkheid van drie cardiologen in verband met het missen van de diagnose myocardinfarct ter discussie staat. De rechtbank gaat over tot waardering van het deskundigenrapport. Er is geen sprake van essentiële vormfouten. De rechtbank neemt de conclusie van de deskundige over.

X/Y en Aegon Schadeverzekeringen NV

In de onderhavige deelgeschilprocedure gaat het om een hoger beroep van een patiënt die bij een oogarts kwam in verband met klachten over een verminderd gezichtsvermogen. Vervolgens treedt een delay in de behandeling op en komt patiënt pas (na doorverwijzing) na vijf maanden bij een oogarts in een multidisciplinair ziekenhuis terecht. Door een ongelukkig toeval treedt bij patiënt daarna een bloeding op in de hypofysetumor, die niet eerder ontdekt was. Patiënt raakt geheel blind. Kernvraag is hoe groot de kans zou zijn op een beter resultaat (geen blindheid) indien de eerste oogarts een adequate verwijzing had gegeven voor nader onderzoek in een multidisciplinair ziekenhuis. Het hof bepaalt die kans op 99%. Verzoeker (patiënt) is aldus door de eerste oogarts niet adequaat doorverwezen.